Zaterdag 4 juli
Wat gister met mooi weer begon en met ook redelijk weer eindigde, maakt IJsland vandaag zijn naam weer waar. Het regent weer, toch lukt het om net tussen de buien door de tent af te breken en op te ruimen als is alles toch wel nat of vochtig, maar hopen dat het vanavond droog is zodat alles kan drogen.
Na Sander en Sonja gedag gezegd te hebben en nog even telefoonnummers te hebben gewisseld is het dan toch tijd om weer richting het oosten te gaan. Naar mate ik steeds verder naar het oosten kom lijkt het weer steeds beter te worden. Onder weg stuur Marieke een berichtje dat mijn huis er nog staat en er nog steeds water uit de kraan komt, toch fijn om even te weten dat ik straks niet op een lege plek terug kom. Zij heeft even een lens en de beroemde pomp op gehaald.
Hoe verder ik Vik nader, hoe slechter het weer wordt, het begint weer te regenen bij het opdraaien van de 209 om daar door te steken naar de 208 begint het wolkendek ook steeds verder te zakken met het opdraaien van de F210 rij ik al weer in de wolken maar heb nog best zicht. Naar mate ik hoger de bergen in kom hoe slechter het zicht wordt, op een gegeven moment is het nog geen 50 meter en is de snelheid gezakt tot nog geen 20 km per uur. Ook is de weg natter dan dat hij een paar dagen terug was. Neem me voor om als het niet beter wordt en ik Owen niet tegen kom om bij de eerste grote doorwaarding te stoppen en terug te gaan zeker als er geen andere auto’s langs komen. Het rijden door de wolken schiet ook echt niet op. Ben het besef van hoe lang ik rij al hele maal kwijt laat staan waar ik nu ongeveer zit gelukkig kom ik hier en daar wel een bord tegen met de afslag naar de F232 en de F233 en dan doemt op eens die grote doorwaarding op de overkant is in de wolken niet eens te zien. Maar op eens staan er tot 2 cross motoren en komt er een auto uit de wolken te voorschijn. De motorcrossers zijn van de lokale motorclub van Keldur. Ze zouden 3dagen gaan rijden maar van wegen het slechte weer gaan ze terug. Je ziet mekaar ook amper en het giet van de regen. De rivieren staan dan ook hoger dan een paar dagen geleden. Als ik aan de gene met de auto vraag of je er door kunt zegt die “rij maar achter me aan” kijk dat is nou nog eens sympathiek. Heb ik ook gelijk een mooi moment om weer wat te leren. Deze door steek is toch nog dieper dan dat ik ooit al gedaan had, maar het lijkt met en beetje hulp nog wel veel makkelijker te gaan. Aan de andere kant staan nog meer motorcrossers. In Total zijn ze met een man of 15 deze zijn allemaal twee aan twee op een aanhanger over gezet. Met de motor was de oversteek veel te gevaarlijk. Heb op deze manier wel heel veel geluk met het door kunnen rijden op de 210. Onder weg komen we in eens meer auto’s tegen die richting doorwaarding gaan. Diverse zonder snorkel en die heb je daar echt wel nodig. Langzaam aan begint de bewolking wat meer ruimte te geven en verbetert het zicht de motoren gaan steeds harder rijden en de auto die voor reed gaat nu volgen wat wel mooi voor mij, bij de kleinere doorwaardingen kan ik dan weer mooi even kijken hoe een IJslanders ze neemt. Op de grote zware woestijn is het ook een heel stuk natter en liggen er zelfs riviertjes. Deze zorgen er voor dat de ondergrond super zacht is. Ben toch wel heel blij dat ik hier nu niet alleen rij. Er zijn heel wat stroompjes bij gekomen sinds de laatste keer.
Met een auto voor je kun je toch behoorlijk opschieten, zeker als die gene de weg goed kent. toch kost het ook nu nog veel tijd.
Begin te twijfelen of de oversteek naar de hutten en de camping bij Alfavatn wel te maken is. Daar aangekomen staat er een auto van de rescue serves bij de rivier doorwaarding. Deze is er net door heen gegaan. Gelijk maar even vragen of er niet een rode 110 op de camping staat, die staat er en is van een Engelsman. Dat kan niet missen dat moet Owen zijn.
Op de vraag of de rivier wel te doen is voor mij antwoord hij ja zeker wel je hebt een snorkel. Water kwam bij hem tot halverwege zijn deur dat is bij mij tot net onder de motorkap. Gewoon in 1 laag zetten en door steken. Hij stapt uit en wijst aan de kant aan waar ik eerst heen moet en waar daarna. Met trillende handjes dan toch maar doen ze blijven gewoon wachten tot ik over ben dus wat zou er fout kunnen gaan. Hulp is vlak bij.
Met al deze aanwijzingen en tips lijkt het dan ook wel een eitje. Tja nu balen dat er geen fotos zijn gemaakt. Spannend was het zeker, en weet een ding zeker dit doe ik nooit alleen. Altijd met een tweede auto er bij. Maar het geeft wel een gigantische kick om er door te komen. De motorcrossers staan te klappen en met de duim om hoog. Deze was echt gaaf om te doen wie weet morgen nog wel een keer met Owen en dan zeker foto’s.
Owen staat stom verbaast te kijken als ik bij de hutten aan kom. Kom jij van die kant? “Door die rivier?” uhm ja, de auto van de rescue serves was er en die heeft me er door heen geloodst.
Aha zegt hij, het is een hele vervelende doorwaarding met een hoop grotere losse stenen, maar wel netjes van je. Hoe was de rest van de weg? Hij wil morgen die kant op, goed met 1 wat diepe doorwaarding.
We zijn er ook uit waar we elkaar zijn mis gelopen, Owen is linksaf van de 210 afgegaan naar een veld met bronnen en ik ben daar naar rechts met de weg mee gegaan. Tja zegt Owen onwetendheid, met Marieke moet je daar zeker gaan kijken is er super mooi nog mooier dan de kraftla bij Myvatn en heel weinig toeristen. Die tip neem ik zeker mee. Wel lachen om toch nog zo weer aan te komen. Ook de kampwachter heeft wel zo iets van ook een Hollander komt er toch wel weer. Na een hoop lol toch even de tent opzetten in de regen nevel en de af en toe snijdende wind. Mooie test voor de tent.
De camping, niet te veel van voorstellen is maar een heel klein stukje groen tussen alle stenen, en de hutten liggen op het de hickingroute van Landmannalaugar naar Skogar. Dit is tussen de 4 en 6 dagen lopen. Vandaag valt het niet mee om te lopen het regent en waait onwijs en de mist maakt het vinden van de route er niet makkelijker op begrijp ik van de wandelaars. Ook om tien uur s,avonds druppelen de wandelaars nog binnen. Koud en verkleumt. In de 2 hutten op het terrein is plaats voor ca 20 personen per hut maar dan zit je wel als haringen in een ton. Dus ik slaap toch lekker in het tentje als die niet wegwaait kan hier af en toe behoorlijk te keer gaan en de tenten staan op de openvlakte. Als je in de luwte wil staan moet je op het grind gaan staan wat niet echt bevorderlijk is voor het grondzeil van de tent.
Dus vannacht eens lekker op de wind slapen. In de auto had ook gekund maar dat ligt voor geen meter dus verkies toch een tentje in de wind en de regen.
Vandaar zit ik nu ook mijn verslag in de auto te typen
Ben heel benieuwt waar Owen me morgen heen gaat leiden en wat voor mooie verhalen en tips die heeft