Vrijdag 17 juli

_mg_7530Vrijdag 17 juli
Vandaag werden we wakker met een fantastisch uitzicht over zee, ook bleven de noorsesterns maar heen en weer vliegen om hun jongen in de kolonies te voeren. Toch wel een aparte gewaarwording om zo onder de sterns te zitten zonder dat ze constant hun plek proberen te verdedigen. nadat alles in gepakt was, zijn we nog even lekker wezen wandelen richting de zeehonden. Op deze wandeling kwamen we weer een zelfde vogel tegen als we ook al in de west fjorden gezien hebben en ik nog steeds niet achter de naam ben. Het gaat om een zwarte vogel te grote van een meerkoet met een witte vlek op beide zijde en vel rode poten. Wie het weet mag het zeggen. (foto volgt nog)
Na heerlijk genoten te hebben van het uitzicht , de zeehonden en de vogels, zetten we koers richting de noordelijke punt van het schiereiland Vatsnes, om daarna weer richting het zuiden te gaan richting de rotsformatie die Marieke al een hele poos wilde zien. onder tussen onze technische steun en toe verlaat op landrover gebied nog gebeld en daar het probleem even aan voor gelegd, het advies; blijven smeren. Is net een zonnebrand reclame, blijven smeren.
Hvitserkur is een 15 meter hoge rotsformatie in zee, met wat fantasie kun je hier een prehistorisch dier in herkennen. Volgens een oude legende is het een trol, die bij zonsopgang in steen veranderde. De rots dankt zijn naam(Hvitserkur = wit shirt) aan de vele vogelpoep. Met laagwater kun je tot aan deze rotsformatie lopen.
Na de auto geparkeerd te hebben, zijn we eerst nog de andere kant op gelopen om via het strand bij deze rots te komen. Onder weg over het strand kwamen we eerst nog een paar honderd zeehonden tegen. Deze lagen aan de overkant van een kreek, heerlijk in de zon. Na een korte wandeling over het strand, waarbij Marieke het niet kon laten, om even op blote voeten, te gaan ontdekken hoe zwart zand voelt en wat de temperatuur van het water was kwam Hviserkur in beeld. Dit maal hadden we ook nog het geluk dat het laagwater was. En konden we tot aan de rots lopen en er zelfs om heen lopen. Dan ontdek je ook pas hoe groot zo rotsformatie is. na een leuke klimpartij om weer van het strand af te komen, beginnen we in de auto eens aan ons boodschappenlijst met de dingen die we de komende dagen verwachten nodig te hebben.
Het plan is om komende nacht op de camping Hveravellir. Deze ligt aan de F35 ook wel Kjolur genoemd en loopt van het Blondudalur tussen de gletsjers Langjokull en Hofsjokull door naar Gullfoss. De weg volgt deels een oude paardenroute tussen het Noord- en het Zuidwest-IJsland. Vanaf de 9de tot de 17de eeuw werd deze route veelvuldig gebruikt. In de 1`7de en 18de eeuw nam het reizen door het binnenland door slechte economische omstandigheden en de op heffing van de Alping (hier werden ieder jaar de wetten voorgelezen) sterk af, maar door een tragisch voorval aan het eind van de 18de eeuw zorgde er voor dat de Kjolur vrijwel in onbruik raakte. In 1780 reisden twee broers van een boerderij in Skagafjordour via de Kjolur naar het zuiden om schapen te kopen. In het najaar keerden ze met 180 schapen 16 paarden en 3 andere mannen onder slechte weersomstandigheden terug, maar zijn nooit aangekomen. Het jaar daarop heeft men de restanten van de uitrusting en twee skeletten van twee van de drie begeleiders,paarden en schapen terug gevonden bij een heuvel, die sindsdien Beinaholl (bottenheuvel ) heet. Men vermoedt dat de groep een sneeuwstorm niet heeft overleeft of is beroofd en vermoord. In het begin van de 20ste eeuw heeft men de route opnieuw met stenenmannetjes gemankeerd en is sindsdien steeds populairder geworden.
De boodschappen doen we in Blonduos, op de routes door het binnenland is niks of bijna niks te krijgen, alles wat je denkt nodig te hebben moet je zelf mee nemen. Als klein uit stapje zijn we nog even maar Hoskuldsstaoir gereden. Daar staat een kerk, bij deze kerk ligt een steen met runentekens uit de 14de eeuw. Allen was deze steen , jammer genoeg niet te vinden.
En dan eindelijk op naar het binnenland, om bij de F35 te komen, nemen we in blondous de 731, deze zal over gaan in de 732 en dan over in de F35. Het landschap begint naarmate we verder het binnenland in gaan steeds sneller te veranderen, eerst nog bewoning en weilanden, langzaam aan worden dit ruige weilanden en later zijn het geen weilanden meer maar is het meer een toendra aan het worden. Kort daarop wordt het landschap een grote steen woestijn en dit gaat kilometer en kilometers door. Het is adembenemend om te zien her en der doemen grote meren op met af en toe een ‘kleine’ waterkrachtcentrale. Na een paar uur rijden door dit landschap, over een weg die er toch wel redelijk bij ligt. Zelfs alle rivieren zijn overbrugt, op een klein riviertje na, dit tot grote spijt van Marieke. Bij aankomst op de camping bij Hveravellir, loont het om Marieke naar een plekje te laten vragen. Normaal mag de auto niet mee het terrein op, maar als we de achter het gebouw langs gaan, ligt er nog wel een veldje waar de auto ook mag blijven staan. Miek heeft dan ook gelijk sjans met de camping eigenaar. Het is dan ook nog even de vraag of ze morgen wel mee verder gaat of dat ze hier blijft

1 reactie op “Vrijdag 17 juli”

  1. Chris van der Vlet zegt:

    Hoi Roel,
    Zo te zien is jou vreemde vogel een zwarte zeekoet.!
    Chris
    ps Maak er maar een foto van!