Zaterdag 18 juli
Vandaag begon de dag met zon. Na het inpakken zijn we eerst nog even wezen wandelen tussen de hete bronnen vlak bij Hveravellir. Het blijft een bijzonder en mooi gezicht om zomaar heet water uit de grond te zien komen. Er wordt gezegd dat dit een van de mooiere gebieden op dit gebied is op IJsland. En mooi is het zeker.
Miek gaat vandaag toch weer mee. Toch wel een beetje jammer voor de camping baas.
We nemen de F35 weer en gaan in zuidelijke richting verder, de weg blijft je steeds weer verrassen. Ook het weg dek blijft steeds weer een verrassing. Zo rij je nog op een redelijk vlakke weg en dan in eens rij je weer kilometers over een wegdek als een wasbord. Miek wordt op deze weg ook gedoopt met haar eerste doorwaardingen . Onderweg komt ons een grote verrassing te gemoed, en wel in een rode Landrover Defender met aanhanger en een altijd even vrolijke Engelsman, voor de vaste lezers, de welbekende Owen. Hij was net zo verrast als wij. Na een korte babbel ging hij weer noord waards en wij richting het zuiden. Van deze vakantie en de wegen ga ik in Nederland nog zeker een poosje genieten, ik zal de komende maanden nog over al stof van de wegen in de auto tegen gaan komen. Dit kruipt over al tussen en komt zelfs door de deurrubbers naar binnen. Na de nodige kilometers op de F35 komt er een einde aan het graffel en begint er asfalt. Aangezien dit niet de bedoeling is kiezen we er voor om verder te gaan ober de F338. Deze weg is sinds korte tijd behoorlijk verbetert, met de komst van een 2de hoogspanningsleiding, wat het uitzicht niet altijd mooier maakt. Toch zijn de uitzichten wel schittert mooi. De weg voert tussen de lava door en dan in eens kom je weer in het fijne zand terecht. Het blijft bijzonder om steeds zo veel lava te zien. Uiteindelijk komen we de F550 tegen ook wel de Kaldidalur genoemd, dit betekend ‘koud dal’. In werkelijkheid is dit de hoogstgelegen binnenlandweg en heeft het toch de naam dal omdat het omringd wordt door nog hogere bergen. Sinds de kleine maar toch af en toe lastige Lamba-rivier is overbrugd, is deze weg ook voor gewone niet te zwaar beladen personenauto’s te doen. Op sommige kaarten staat deze weg dan ook aan gegeven als ‘weg 550’, maar is sinds een aantal jaren weer officieel een F-weg geworden van wegen het slechte wegdek. Dit wegdek is ook werkelijk maar regelmatig zeer slecht en het is dan ook vaak goed opletten en op tijd je snelheid aan passen. Maar ook hier is de omgeving weer op en top genieten.
Aan het eind van deze weg gaan we opzoek naar de watervallen Barnafoss en Hraunfossar. Dit zij twee bijzonder mooie watervallen, en totaal verschillende watervallen, die vlak bij elkaar liggen. Op de noordoever van de Hvita stroomt over een afstand van bijna 1 km water over een niet-waterdoorlatende laag onder het lavaveld Hallumdarhraum vandaan de rivier in. De talloze watervalletjes worden heel toepasselijk Hraunfossar genoemd.
Een klein stukje stroomopwaarts wringt de hvati zich door een nauwe doorgang en vormt hier Barnafoss (kinderwaterval). Die zijn naam ontleend aan het volgende verhaal; de bewoners van de nabij gelegenen boerderij Hraunsas, gingen op kerstavond naar een naburig dorp en lieten de kinderen thuis achter. De kinderen wilden echter niet achterblijven en volgden na enige tijd hun ouders. Toen de ouders huiswaarts keerden zagen zij in de sneeuw kindersporen, die bij de smalle brug naast de waterval ophielden. De ontdane vader sloopte daarop de brug in de hoop dat er nu geen kinderen meer konden verdrinken.
Beide watervallen zien er betoverend uit, het is heel apart om water onder de lava vandaan te zien komen zonder dat er een rivier zichtbaar is. Ook is het bijzonder om te zien met hoeveel geweld het water zich door de vernauwing van Barnafoss perst.
We eindigen deze dag, op een vrij grote camping in de buurt van Husafell. Het is weekend en de camping staat vol met IJslanders, wel iets om ook eens mee te maken. In Nederland staat iedereen op een vastgestelde plaats. Hier in IJsland is het van zoek maar een plek en gebruik de ruimte die je nodig hebt. Alles staat dan ook door mekaar en er staan ook over al gewoon auto’s tussen. Zeker leuk om ook eens mee te maken. Het komt denk ik ook niet vaak voor dat er buitenlanders op deze camping staan, we hebben dan ook een hoop bekijks. Met enige regelmaat, wordt ook de tekst achter op de auto gelezen en behoorlijk om gelachen.
Zaterdag 18 Juli
26 juli 2009Vrijdag 17 juli
26 juli 2009Vrijdag 17 juli
Vandaag werden we wakker met een fantastisch uitzicht over zee, ook bleven de noorsesterns maar heen en weer vliegen om hun jongen in de kolonies te voeren. Toch wel een aparte gewaarwording om zo onder de sterns te zitten zonder dat ze constant hun plek proberen te verdedigen. nadat alles in gepakt was, zijn we nog even lekker wezen wandelen richting de zeehonden. Op deze wandeling kwamen we weer een zelfde vogel tegen als we ook al in de west fjorden gezien hebben en ik nog steeds niet achter de naam ben. Het gaat om een zwarte vogel te grote van een meerkoet met een witte vlek op beide zijde en vel rode poten. Wie het weet mag het zeggen. (foto volgt nog)
Na heerlijk genoten te hebben van het uitzicht , de zeehonden en de vogels, zetten we koers richting de noordelijke punt van het schiereiland Vatsnes, om daarna weer richting het zuiden te gaan richting de rotsformatie die Marieke al een hele poos wilde zien. onder tussen onze technische steun en toe verlaat op landrover gebied nog gebeld en daar het probleem even aan voor gelegd, het advies; blijven smeren. Is net een zonnebrand reclame, blijven smeren.
Hvitserkur is een 15 meter hoge rotsformatie in zee, met wat fantasie kun je hier een prehistorisch dier in herkennen. Volgens een oude legende is het een trol, die bij zonsopgang in steen veranderde. De rots dankt zijn naam(Hvitserkur = wit shirt) aan de vele vogelpoep. Met laagwater kun je tot aan deze rotsformatie lopen.
Na de auto geparkeerd te hebben, zijn we eerst nog de andere kant op gelopen om via het strand bij deze rots te komen. Onder weg over het strand kwamen we eerst nog een paar honderd zeehonden tegen. Deze lagen aan de overkant van een kreek, heerlijk in de zon. Na een korte wandeling over het strand, waarbij Marieke het niet kon laten, om even op blote voeten, te gaan ontdekken hoe zwart zand voelt en wat de temperatuur van het water was kwam Hviserkur in beeld. Dit maal hadden we ook nog het geluk dat het laagwater was. En konden we tot aan de rots lopen en er zelfs om heen lopen. Dan ontdek je ook pas hoe groot zo rotsformatie is. na een leuke klimpartij om weer van het strand af te komen, beginnen we in de auto eens aan ons boodschappenlijst met de dingen die we de komende dagen verwachten nodig te hebben.
Het plan is om komende nacht op de camping Hveravellir. Deze ligt aan de F35 ook wel Kjolur genoemd en loopt van het Blondudalur tussen de gletsjers Langjokull en Hofsjokull door naar Gullfoss. De weg volgt deels een oude paardenroute tussen het Noord- en het Zuidwest-IJsland. Vanaf de 9de tot de 17de eeuw werd deze route veelvuldig gebruikt. In de 1`7de en 18de eeuw nam het reizen door het binnenland door slechte economische omstandigheden en de op heffing van de Alping (hier werden ieder jaar de wetten voorgelezen) sterk af, maar door een tragisch voorval aan het eind van de 18de eeuw zorgde er voor dat de Kjolur vrijwel in onbruik raakte. In 1780 reisden twee broers van een boerderij in Skagafjordour via de Kjolur naar het zuiden om schapen te kopen. In het najaar keerden ze met 180 schapen 16 paarden en 3 andere mannen onder slechte weersomstandigheden terug, maar zijn nooit aangekomen. Het jaar daarop heeft men de restanten van de uitrusting en twee skeletten van twee van de drie begeleiders,paarden en schapen terug gevonden bij een heuvel, die sindsdien Beinaholl (bottenheuvel ) heet. Men vermoedt dat de groep een sneeuwstorm niet heeft overleeft of is beroofd en vermoord. In het begin van de 20ste eeuw heeft men de route opnieuw met stenenmannetjes gemankeerd en is sindsdien steeds populairder geworden.
De boodschappen doen we in Blonduos, op de routes door het binnenland is niks of bijna niks te krijgen, alles wat je denkt nodig te hebben moet je zelf mee nemen. Als klein uit stapje zijn we nog even maar Hoskuldsstaoir gereden. Daar staat een kerk, bij deze kerk ligt een steen met runentekens uit de 14de eeuw. Allen was deze steen , jammer genoeg niet te vinden.
En dan eindelijk op naar het binnenland, om bij de F35 te komen, nemen we in blondous de 731, deze zal over gaan in de 732 en dan over in de F35. Het landschap begint naarmate we verder het binnenland in gaan steeds sneller te veranderen, eerst nog bewoning en weilanden, langzaam aan worden dit ruige weilanden en later zijn het geen weilanden meer maar is het meer een toendra aan het worden. Kort daarop wordt het landschap een grote steen woestijn en dit gaat kilometer en kilometers door. Het is adembenemend om te zien her en der doemen grote meren op met af en toe een ‘kleine’ waterkrachtcentrale. Na een paar uur rijden door dit landschap, over een weg die er toch wel redelijk bij ligt. Zelfs alle rivieren zijn overbrugt, op een klein riviertje na, dit tot grote spijt van Marieke. Bij aankomst op de camping bij Hveravellir, loont het om Marieke naar een plekje te laten vragen. Normaal mag de auto niet mee het terrein op, maar als we de achter het gebouw langs gaan, ligt er nog wel een veldje waar de auto ook mag blijven staan. Miek heeft dan ook gelijk sjans met de camping eigenaar. Het is dan ook nog even de vraag of ze morgen wel mee verder gaat of dat ze hier blijft
Donderdag 16 juli
26 juli 2009Donderdag 16 juli
Vandaag zijn we de dag heerlijk zwemmend begonnen. het is toch wel apart om al zwemmend naar de bergen te kunnen kijken. het water was weer heerlijk warm. Als ik dit zo zie en doe wil ik ook wel een badje in de tuin, enige wat een beetje jammer is dat dan het warme water dan niet spontaan uit de grond komt. na deze heerlijke zwempartij, een lekker ontbijt en het inpakken gaan we weer de weg op vandaag staat er een lange verbindingsroute op het programma, onderweg zijn niet veel toeristische punten. De weg op zich is ook al een toeristische attractie. We rijden bijna constant langs de kust , de ene keer op asfalt en dan weer op graffel. Plotseling zelfs op een heel stuk nieuw asfalt, dat rijd super! Tot dat, je ineens tussen de kranen, walsen en vrachtwagens rijd en de weg meer weg heeft van een grote grindbak die dan ook voor kilometers aan houd. Na dit al meerdere keren te hebben me gemaakt, blijft het toch nog steeds apart. Vandaag doen we de lunch in de auto, buiten staat een harde en koude wind. Tegen het eind van de middag zijn we boodschappen gaan doen in Hvammstang. Daar dan ook eens de tijd genomen om de meest gekke dingen te vinden, dit valt nog steeds een beetje tegen hier. Er liggen hier zelfs artikelen met een Nederlands etiket. Iets wat wel opvalt zijn de vele smaken aan toetjes en de grote hoeveelheid variatie aan snoep en dan voor al snoep met chocolade. Voor vanavond hebben we zalm met aardappeltjes en maïskolven op het menu.
Vandaar door naar de camping, deze had was ik, op een eerdere verkenningstocht al tegen gekomen. Op de camping aan gekomen vliegen de sterns, gewoon laag over je tent heen zonder dat je er last van hebt. Daar ontdek ik ook dat de keerring van mijn rechter fuseebol meer dan gewoon nat is, zelfs op de band zit wat vet. Morgen toch maar even goed naar kijken.
Op de camping hebben we vandaag echt een uitzicht waar je u tegen zegt. We staan aan de rand van de camping met uit zicht op zee. Met ver aan de horizon nog de bergen van de westfjorden.
We stonden hier tot halverwege de avond als enige op deze plek, daarna kwam er nog een Duits gezin bij.
Vanwege de wind hebben we vandaag de auto maar eens als windscherm gebruikt. Maar ondanks dat de zon lekker scheen, was dit toch nog te weinig om de koude wind, die van zee kwam, het hooft te bieden. Uiteindelijk zijn we met alles in de tent beland, om uit de koude wind te zitten. Dit was met koken wel een leuk gezicht, voor het eerst hebben we in de opening van de tent gekookt. Dit deed de zalm met dille en limoen niet minder smaken. Het was om je vingers bij op te eten. Ik kom echt niet bij iedereen koken maar, wie weet mag je eens komen eten.
Voor het slapen gaan zijn we nog even richting de zeehonden gewandeld, deze lagen met tientallen op de rotsen voor de kust. De wind werd steeds kouder.
note
16 juli 2009het up loaden van fotos duur op de meeste plaatsen nog al lang, vandaar dat er nog weinig bij staan.
probeer zodra de internet snelheid hoger is bij verschillende verslagen nog fotos te plaatsen.
woensdag 15 juli
16 juli 2009Woensdag 15 juli.
Na een rustig ontbijt met een gekookt eitje, en op het gemak in gepakt, gaan we vandaag naar een van de uiterste puntjes van de westfjorden, even voor de duidelijkheid , het uiterste wat met de auto te doen is. een deel van de westfjorden is alleen maar te voet of met een boot te bereiken.
Van uit Holmavik gaan we eerst in Drangsnes opzoek naar drie, natuurlijk warme, badjes met uitzicht op zee en de bergen. Na deze gevonden te hebben tegen over de kerk aan de kust. Was het heerlijk vertoeven in het warme water. In het begin is het wel even wennen om in het hete water te stappen maar door er geleidelijk in te zaken went het al snel en is het heerlijk.
Even daar voor kwamen we nog een sage tegen over versteende trol.
Eeuwen geleden waren er drie trollen. Die op een nacht besloten de westfjorden te scheiden van de rest van IJsland. Door het graven van een tunnel van Hunafloi in het noorden naar Breioafjorour in het westen. Om het interessant te maken besloten ze er een competitie van te maken. De trollen werkten de hele nacht door, tot ze er achter kwamen dat ze het niet voor mekaar kregen, om dit in een nacht te doen. Toen de zon op kwam veranderde alle drie de trollen in steen. De laatste trol was zo kwaad dat het niet gelukt was om meerdere eilanden te maken. Net voor dat zij in steen veranderde, gooide de trol haar schop zo hard neer, dat er een stuk van een klif afbrak. Op deze manier ontstond het eiland Grimsey. Ze staat nu aan de kust en kijkt naar het eiland en haar schop staat nog op het noordelijke einde van het eiland.
Djupavik, was vroeger een flinke vissers plaats maar nu is er alleen nog een hotel en ligt er nog een oude haringfabriek. De weg er heen is super om te rijden al werkt het weer niet helemaal me. Het is in de loop van de dag beginnen te regenen en dit zet aardig door. De weg wordt er dan ook niet beter op. Vanaf dat moment rij ik dan ook met ingeschakelde vier wiel aandrijving. Dit heb ik al eerder gedaan op natte graffel wegen. De auto wil dan net even mooier door de bochten en de achterkant wil niet meer uitbreken. Mede hier door kunnen we nog aardig door rijden.
Onder weg lunchen we van wegen de regen voor het eerst in de auto. De auto ziet er op dat moment van buiten ook al niet meer uit. Het wassen van vorige week is al weer helemaal te niet gedaan. Ik heb ook besloten om de auto tot in Nederland niet meer te wassen.
Bij de aankomst in Djupavik, valt gelijk de oude haringfabriek op. Deze domineert het dorpsgezicht, maar is al in verre staat van verval. Al lijkt het er wel op dat men bezig is om deze op te knappen en een nieuwe leven te geven als expositieruimte. Een rondje lopen word al snel afgebroken doordat de vele sterns die op het dak broeden het daar niet mee eens zijn. Verder is er nog een super mooie waterval te zien. echt een om even van te genieten.
Bij het passeren van Arnes valt het gelijk op dat dit gehucht 2 kerkjes heeft. Er zit een leuke anekdote aan vast. Toen er alleen nog het oude kerkje uit 1850 stond, konden de bewoners het niet eens worden: het oude kerkje opknappen of een nieuwe bouwen. Na vijf jaar strijd werd besloten allebei te doen.
De weg wordt naarmate de regen aanhoud steeds meer een modderpad met stenen, maar op sommige plaatsen zorgt, juist de regen dat de weg steeds vlakker wordt. Op deze stukken rijd het voor de afwisseling dan ook weer heerlijk.
In Krossnes gaan we wederom opzoek naar een natuurlijk verwarmd bad. Dit bad lig op het strand en kijkt uit over zee. Het is er zo druk dat we besluiten om langzaam aan terug te rijden en nog even de afslag naar Ingolfsfjorour te nemen, ook hier staat nog een oude haringfabriek. Deze is in nog veel slechtere staat dan die in Djupavik en ook hier nestelen over al sterns. Na even rondgekeken te hebben zijn we richting de camping bij Kluka, hier ligt naast de camping en het hotel een warme natuurlijke bron; Gvendarlaug, deze wordt al sinds de sagatijd gebruikt om te baden. Naast deze bron ligt er nu ook een natuurlijk verwarmt zwembad. Het was dan ook heerlijk om deze dag al zwemmend en badend af te sluiten het zwembad had een temperatuur van ca 32 graden en de bron van ca 41 graden. Dit was echt super genieten.
dinsdag 14 juli
16 juli 2009Dinsdag 14 juli
Vandaag begon de dag met regen en veel wind,hierdoor was het wat langer slapen ook niet erg. Voor het eerst zaten we dan in de tent te ontbijten. Voor het ontbijt nog even de laatste hand gelegt aan mijn verhaal van gister, dit was blijven steken na een wijntje.
Na het ontbijt hadden we weer eens een beetje geluk met het weer, of zou het komen door het uitzicht wat we hadden? We keken uit op een kerkje, met op de achtergrond IJslandse bergen. Alles ging droog de auto in behalve het buiten doek van de tent. Van uit Bolungarvik zijn we naar Isafjordur gereden. Gisteravond was er al een boodschappenlijst gemaakt om met genoeg voorraad weer op reis te gaan. Ook nu kwamen we weer veel te veel lekkere dingen tegen, om eens uit te proberen.
Toen op naar de tourist information om te vragen of deze internet hebben. Na nog de nodige folders mee genomen te hebben. Zijn we voor internet bij het naast gelegen café beland, zo kon ik gelijk mijn blog weer bij werken. Ook hier wist Miek weer wat lokaals lekkers te vinden. Een drankje met super lekkere cake. Na een uurtje zijn we weer onder weg gegaan, het was toen inmiddels al tien voor half drie.
We beginnen de tocht door de westfjorden, je rijd steeds van het begin tot het eind door deze fjorden en dan rij je weer aan de andere kant terug. Je ziet op deze manier steeds beide kanten 2 keer . het blijft adembenemend om hier te rijden. Als je een auto aan de andere kant van het fjord zit rijden lijkt het wel een speelgoed autootje, het gevoel van verhoudingen ben je hier helemaal kwijt.
Aan het eind van een van de fjorden komt het eilandje Vigur. Vigur is een klein eiland dat in de westfjorden ligt. Op dit eiland staat een permanent bewoonde boerderij, verder staat er de enige korenmolen van IJsland. Deze molen is tot 1917 in gebruik geweest om te malen en nu te bezichtigen. In het broedseizoen is een groot deel van het eiland afgesloten.
Ook bij het uitkomen van de volgende twee fjorden komen we Vigur nog weer tegen en dan laten we het achter ons. We vervolgen onze weg over de 61, over 1 van de fjorden ligt een brug, deze is afgesloten in verband met onderhoud en er is een omleiding ingesteld. Dat betekend gewoon om het fjord heen rijden. Ook zeker geen straf. Aan gezien wij naar Reykjanes laten we de eerste afslag rechts liggen om zo weer aan de andere kant van de brug weer uit te komen. In de omgeving van Reykjanes liggen een aantal warme bronnen. In de 18de eeuw werd hier met behulp van aardwarmte een tijd lang zout gewonnen. Later is hier een immens schoolgebouw met zwembad neer gezet, dat nu als hotel-restaurant dienst doet, maar zijn beste tijd heeft gehad. Alles ziet er verveloos en verwaarloost uit. Het nodigt dan ook niet echt uit om lang te blijven. Het zwembad is al 58 jaar oud. Verderop in het veld ligt nog het oude warme bad ca 158 jaar oud. Ook zijn er nog wat restanten van de zoutwinning te vinden. Na een korte wandeling vertrekken we toch richting Holmavik om daar de nacht door te brengen.
Op Camping aan gekomen rijd er net een IJslander met een opmerkelijke auto weg, geen idee wat het is, maar lijkt zeker oud, en ziet er op en top verzorgd uit. Onderweg zijn we deze auto ook al een keer tegen gekomen. Eigenlijk best jammer dat ik nog steeds niet weet wat het nou precies is en geweest is. in de toekomst maar eens op internet gaan zoeken.
Na het opzetten van de tent, weer heerlijk aan het koken, vandaag staat er broccoli, met gebakken aardappeltjes en IJslands lam op het menu. De lam was super lekker, dit ga ik zeker missen in Nederland.
maandag 13 juli
14 juli 2009Maandag 13 juli
Tegen half negen zaten we weer heerlijk in de zon aan het ontbijt. Om hier na in te pakken en onze ontdekkingsreis weer voort te zetten. Veel toeristische bezienswaardigheden liggen er op deze route niet. De route op zich is al een grote bezienswaardigheid. De ene keer rijden we door het fjord en dan rijden we weer hoog over de bergen de weg blijft steeds weer een verassing ook de staat van de weg is steeds weer een verassing. Onder weg zitten op tal van plaatsen de noorsesterns gewoon langs de weg. Maar denk maar niet dat je kunt uitstappen, dan is het toch echt hun weg. Het blijft wel steeds even raar kijken dat ze in zulke aantallen langs de weg zitten en soms zelfs op de weg.
Voor de lunch stoppen we bij een waterval, even heerlijk in het zonnetje lunchen en genieten van al het vallende water. Miek moet toch ook even kijken hoe koud het water is en gaat pootje baden, ja het water is koud!
De weg brengt ons steeds verder naar het noorden, we komen door de plaatsen Patreksfjorour, Talkreksfjorour en Bildudalur. Je vraagt je soms af wat die mensen in deze uit hoek van het land doen, enige waar je hier van kunt bestaan is visserij of wat landbouw. De plaatsjes zijn dan ook niet groot. Maar zien er wel heel gezellig uit door de gekleurde huizen. Van afstand zouden het zo dorpjes van een modelspoorlijn kunnen zijn. Onderweg komen we in eens een vrachtwagen tegen de eerste die we deze dag zien, deze is bezig om de weg nat te maken, niet al te veel later komen we een wegschaver tegen die bezig is de weg weer zo goed als vlak te maken.
Het hoogte punt van de dag is dan toch wel de waterval Dynjandi. Deze bestaat uit 7 verschillende watervallen, waar van de eerste ook de grootste is. Het is weer een wonderlijk gezicht om al dat water zo naar beneden te zien komen. Eerst de stoeltjes eens uit de auto en lekker rustig zitten en wat drinken. Na dit alles nog even plaatjes schieten, oeps geheugenkaart zit vol. Die eerst even legen op de laptop en dan weer verder.
Na een poosje vervolgen we onze reis, het eind doel vandaag is ergens in de buurt van Isafjordur. Om hier te komen moeten we door een tunnel van ca 8 km dit is inclusief de zijweg naar Suoureyri. Een deel van deze tunnel, is net als een aantal andere , enkelbaans. Het tegemoet komende verkeer moet uitwijken. Dit geeft toch wel een raar idee van tunnel rijden. Het is ook even raar om in een tunnel nog weer een afslag tegen te komen. Maar dit alles is toch wel een knap staaltje werk.
Als we de tunnel uit komen staan we al bijna in Isafjordur, het lijkt ons toch leuker om elders op de camping te gaan staan. We rijden dan ook door naar Bolungarvik. Op de weg er naar toe staan over al langs de weg bouwwerken om het ver keer tegen vallende stenen en lawines te beschermen. Ook wordt er aan het begin van deze weg aan en tunnel gewerkt. Dit zal wel in het kader zijn van dan hoeven we de weg om de berg heen niet meer te gebruiken. Op de camping in Bolungarvik aan gekomen. Weer heerlijk aan het koken en de dag afsluiten met wierrook en een wijntje in de tent, buiten begon het toch al behoorlijk fris te worden.
zondag 12 juli
14 juli 2009Zondag 12 juli
Vandaag is het vroeg opstaan om, om half negen bij de boot te zijn, deze vertrekt om negen uur en zal er circa drie uur over doen om naar de andere kant van het fjord te komen. Onderweg maakt de veerboot nog een stop op het eiland Flatey. Hier wonen permanent nog 2 boeren met hun familie de rest van de huizen zijn als vakantie woning in gebruik. Je kunt hier van de veerboot af en dezelfde dag, als je de vroege boot hebt, of op het eiland overnachten. Je auto gaat wel mee naar de andere kant. Je wordt dan ook geacht je sleutels bij de bemanning achter te laten of in de auto te laten. Wij varen gelijk door naar de andere kant. Ons doel is vandaag de vogelrots Latrabjarg. De route die kant op is Fantastisch het landschap veranderd met iedere bocht en overal zijn schitterende watervallen te zien. je voelt je gewoon heel klein worden. We lunchen bij Reioskoro, dit is een basaltgang. Het ziet er adembenemend uit, al is het met fotograferen wel even om de sterns denken, ook Miek komt daar achter. Na een poosje heerlijk genoten te hebben van de lunch en het uitzicht vervolgen we onze weg. We hebben nog tijd genoeg vandaag dus we nemen voor dat we naar Latrabjarg gaan eerst nog de afslag Saurbear, daar komen we op een super groot mooi geel strand uit. De weg er heen, de 614, is een weg die weer over de berg heen gaat met een heel aantal scherpe haarspeldbochten en strak langs de helling, op sommige plaatsen is elkaar passeren niet eens mogelijk. In dit deel van IJsland gaan we veel vaker dit soort wegen tegen komen, gelukkig is er dan ook nog niet zo veel verkeer in deze hoek. De meeste stranden op IJsland zijn zwart of grijs. Dit gele zand nodigt gelijk uit om even lekker te gaan lopen. Ook hier zitten over al weer sterns, maar het strand is super, we kwamen dan ook terug met een hele boel grote, mooi schelpen Na onze wandeling zijn we eens heerlijk op een terrasje beland, waar Miek een van de IJslandse specialiteiten voor ons heeft besteld, de IJslandse wafel, deze was om je vingers bij op te eten. Na zo wat mijn vingers opgegeten te hebben begint de zelfde weg terug, door alle haarspeldbochten.
Terug op de 612 richting Latrabjarg, deze weg loopt net als de 614 over de bergen en dan weer met veel bochten het dal in. Latrabjarg is naast een mooie plek om vogels te kijken ook gelijk de meest westelijke punt van IJsland. Voor we hier zijn gaan wandelen en fotograferen. Hebben we eerst de tent op gezet en zijn heerlijk gaan eten en gelijk nog even een fles wijn in de koeling. In de loop van de avond zijn we naar Latrabjarg gereden. Dit zijn een van de grootste vogel rotsen van IJsland. Het is hier dan ook een komen en gaan van vogels en de rotsen zitten er vol mee. De papegaaiduikers zitten hier bijna op aai afstand. Miek heeft er dan ook een vriendje bij. Ze heeft bijna een uur samen met een papegaaiduiker op een rots gezeten. daar heeft ze ook de meest knappe foto’s gemaakt. Het ging zelfs zo ver dat er nog een alk op bezoek kwam. En niet veel later ontdekte ze schuin naast haar een alk met een jong. Gelijk werd ze fanatiek met fotograferen. Na afloop,hebben we op dit alles eens een fles wijn open gemaakt en gezellig naar de ondergaande zon zitten kijken. voor het slapen gaan zijn we nog even wezen wandelen op het strandje dat vlak bij de camping was. Ook moest Miek het toch nog even hoger opzoeken en de nabij gelegen bergen beklimmen.
zaterdag 11 juli
14 juli 2009Zaterdag 11 juli
Echt uitslapen was er vandaag niet bij de zon begon al vroeg met zijn warmte te plagen. Oke dit keer was het dan niet eens Miek. Na de verassing van de aardbeien volgde er vandaag een gekookt eitje bij het ontbijt. We zouden nog een nacht hier blijven staan, maar na wat speuren op de kaart leek het ons toch handiger om morgen om negen uur de boot bij Stykkisholmur naar Brjanslaekur te nemen. Deze boot maakt een tussen stop op Flatey, hier kun je van de boot af en een dag en of nacht blijven en de volgende boot of dag door. Je auto blijft dan wel op de boot en die wordt er in Brjanslaekur wel afgezet en die kun je dan daar op halen.
Na het inpakken nemen we de 570 om weer naar de zuidkant van het schiereiland te komen. Onderweg komen we nog de nodige sneeuw tegen. Miek moet dan ook echt even in de IJslandse sneeuw staan, op blote voeten. De vergezichten zijn super. We slaan bij de eerste zijweg af en kunnen dan niet verder van wegen de grote hoeveelheid sneeuw op de weg. Terug op de hoofdweg komen we even later nog net zo veel sneeuw weer tegen. Dat betekend dus omdraaien en de zelfde weg terug. Hier komen we er dan ook achter dat de brandstofpomp die ik op de F980 heb vervangen op de zelfde plaats is gaan lekken als de gene die er toen in zat. Ben nu dan ook wel heel blij mee dat Miek een nieuwe van uit Nederland heeft mee genomen. Voor dat ik deze pomp er in sleutel wil ik toch wel heel graag al weer op het asfalt staan.
Nu deze pomp weer op de zelfde plaats lekt begin ik het vermoeden te krijgen dat de hardplastic slang wel eens de boosdoener kan zijn. alleen het slangetje wat ik bij me heb is een stukje te kort.
Onder aan de weg nog even kijken en dan opzoek naar een stukje slang, in Olafsvik is er niks te vinden wat ook maar een stuk je slang zou kunnen hebben. Na even gevraagd te hebben worden we door verwezen naar Rif. Daar aangekomen zit er een onderdelenwinkel. Alleen deze is net gesloten.
Na even vragen en bij de verschijning van Miek en haar lach, doet de eigenaar toch nog even de winkel open en krijgen we als nog het gezochte rubberen slangetje, kosten 180 kronen, ca 1 euro.
Nu nog een plek om alles te vervangen. Het enige probleem is dat er hier langs de weg overal noorsesterns zitten, die zijn er niet van gediend als je lang in hun buurt blijft. Uit eindelijk komen we uit bij een kerkje. Hier voor ligt een parkeerplaatsje waar ik in alle rust even kan sleutelen. Miek is zo aardig om hier wat foto’s te maken en alles neer te zetten voor de lunch. Toch baal ik er wel van dat deze pomp op de zelfde plek stuk is gegaan, hoop nu ook dat deze nieuwe het de komende weken hier uithoud zonder problemen. Misschien helpt het stukje slang nu ook wel mee doordat het wat flexibeler is. anders mag ik nog weer opzoek naar een andere oplossing. Of gewoon de anwb bellen om thuis te komen. Daar voor zijn ze toch. Misschien hangt er nu ook wel een zegen boven door het bij de kerk gedaan te hebben.
Na heerlijk geluncht te hebben en de pomp weer op zijn plek te hebben. Kunnen we weer verder zonder diesel te lekken.
Na onze planning iets aan gepast te hebben omdat we niet door de 570 konden, eerst maar eens een weggetje richting de kust ingeslagen. Zo ver je van de weg kunt kijken zie je lava en lava, dit gaat ook kilometers door. De weg eindigt bij een vuurtoren, de lava gaat nog dan nog kilometers door. Ook hier zitten de kliffen vol met vogels het is dan ook super genieten. Dit geeft ook mooi de gelegenheid om eens wat te proberen met 200 en 400 mm. Het is wel ontzettend wennen aan het gewicht van deze lens. Gelukkig zit er ook stabilisatie op wat uit de hand fotograferen ook mogelijk maakt. Het uitzicht is op zich al genieten en de zee is hier zo helder blauw.
Na een poosje genoten te hebben gaan we de zelfde weg weer terug, er is ook geen andere mogelijkheid. Onder weg komen we nog de nodige kraters tegen en oneindig veel lava.
Toen we gisteravond over deze kant naar Olafsvik reden, zagen we aan de kust de 2 rotsen van Londrangar staan, dit zijn twee stenen zuilen, die uit zee oprijzen. De grootste is 75 meter hoog en de kleinste 61 meter hoog, het zijn de restanten van een vulkaan die door het zeewater is weg gespoeld. Ze lijken van dichterbij nog groter dan van de weg af. Na even heerlijk in de zon gelegen te hebben gaat de reis verder richting Stykkisholmur. Onderweg hebben we eerst nog even boodschappen gedaan in Grundarfjorour, om de zondag te overleven. De bedoeling was alleen brood, maar dit werd even iets meer. Bij de vvv in Grundarfjorour gelijk maar even gevraagd of de boot naar Brjanslaekur, van te voren gereserveerd moet worden. Volgens de vriendelijke jongen van de vvv was dit wel handig om te doen en kon het via internet. Dat gelijk maar even geprobeerd, maar het ging niet zo als wij wilde. Bij de aankomst in Stykkisholmur gelijk maar even op zoek gegaan naar het kantoor van Seatours , om de veerboot van negen uur de volgende morgen te reserveren.
Het leek wel of we nog net op tijd waren, was al half zeven. Het kantoor was nog open, maar zodra we buiten stonden gingen ook gelijk de reclameborden naar binnen. De camping in Stykkisholmur stond behoorlijk vol. Een klein eindje buiten de stad ligt nog een camping, hier waren we op de weg naar Stykkisholmur al langs gekomen. Hier aan gekomen, was de eigenaresse op zoek naar geld, ja dat ben ik ook nog steeds, voor de gene die tips heeft waar het te vinden graag even melden. Na heerlijk gegeten te hebben. Komt er een bus vol met toeristen het terrein op deze eten en overnachten in een zaal en delen de toiletten en douche met de camping. Dit moet wel een hele goedkoop overnachingsadres voor hun zijn. je slaapt in de zelfde zaal als je eet, vast heel gezellig. Om de afwas te doen werd er verwacht dat je zelf je water kookte, en wat doe je als Hollander dan, je haalt gewoon een teiltje warm water bij de was tafel. Na de route voor morgen nog bekeken te hebben zijn we maar eens gaan slapen.
vrijdag 10 juli
14 juli 2009Vrijdag 10 juli.
Na een heerlijk geslapen te hebben, komt Marieke met de ontdekking van de eeuw, er zit een zakje in haar slaapzak. Even voor de duidelijkheid ik was het niet. Na heerlijk gedoucht en ontbeten te hebben is het inmiddels al bijna twaalf uur. We beginnen langzaam aan steeds meer te relaxen.
Toch willen we ook weer verder, dus inpakken en onderweg. Eerst nog even boodschappen doen en weer de richting van Elborg op. Onderweg komen we weer de meest schitterde uitzichten tegen. Bij een van de vele mooie watervallen heerlijk samen zitten lunchen. Dit leven is zo toch wel heel goed.
Na de nodige foto’s en foto stops gaan we opzoek naar de in het boek beschreven warme bronnen. De eerst is met het boek goed te vinden, als je niet weet dat er hier 1 ligt rij je er ook zo voorbij.
Deze warme bron genaamd, Landbrotalaug, ligt aan de rand van een lava veld en maar een paar kilometer van de weg. Het water is dan ook super op in te zitten. Een natuurlijke hottube. Het water er in is super warm maar ook super lekker. En wat een uitzicht van uit bad. Dit wil ik thuis ook, zal wel wat sloop werk gaan worden en of de buren er bij van worden weet ik niet, heb ik dan nog wel buren. Denk dat half Julianadorp dan maar vlak moet en ik ergens een paar grote bergen moet maken. Toen wij aankwamen bij deze bron zat er nog een IJslandse familie. Dus even wachten en wat doe je dan als echte Nederlander. Je begint het stroompje water wat tui de bron komt af te dammen. Wat zijn wij toch goed in dat soort werk. Na dat deze familie het water had verlaten was de beurt aan ons. Het water was echt super. Net zo als al eerder vermelde uitzicht. Na een poosje werd het dan toch echt tijd om weer eens uit het water te gaan, al is dit op zich wel een straf.
Gelukkig staat er nog een bron in beschreven dus ook even opzoek naar die. Eerste instantie om alleen maar even te kijken. Deze bron, genaamd, Rauoamelslaug, is er echt 1 in de rij van als je het niet weet vindt je hem niet. De weg er heen is super mooi tussen de lava door, ook de kleuren van de lava veranderen hier steeds van zwart naar rood en alles wat er tussen zit. En dan sta je in eens voor een hek. Maar de weg loopt gewoon door. Hek open en weer dicht en door naar het volgende hek. Dit doet me toch wel weer ergens aan denken.(balgzand) Oke, heel even maar. En dan is de warme bron daar, het water is hier wat bruiner en troebeler dan bij de eerste maar deze is wel groter en dieper. Zelfs zwemen gaat in deze bron. Naast de bron loopt nog een koude beek, dit is dus echt een keuroord. Even kijken werd dus even zwemen en even langer zwemmen. Maar ook hier is het super vertoeven. Na een poosje beginnen we trek te krijgen, het idee is om bij de basaltformatie van Gerouberg, te eten en onderwel heerlijk te genieten van de rotsen. Dit was een uitstekende keus. Tegen acht uur savonds eten heeft dan ook wel wat en zeker als de zon nog zo lekker schijnt. Het doel is om vanavond nog in de buurt van Arnarstapi te overnachten. De weg er heen gaat langs super mooie bergen, ook de zon doet hier nog goed zijn best om alles nog mooier te maken. Als we in de buurt van Arnarstapi de camping zien besluiten we om nog verder door te rijden. Het IJslandse weekend is begonnen en de camping staat niet vol maar super vol. De zon wordt nu ook even vervelend, het verschil tussen weg en lava is door het felle tegenlicht bijna niet te zien. De omgeving zit er hier toch wel heel spannend uit, met overal lava. De berg Snaefellsjokull met zijn besneeuwde top maakt het plaatje echt af. De eerst volgende camping ligt in Hellissandur. Deze ziet er niet echt uitnodigend uit en slaan we over. Onderhand begint het wel later en later te worden. Aangekomen op de camping in Olafsvik loopt het tegen half twaalf, en zien we de zon onder gaan. Ja hij gaat hier echt onder, maar zo kort dat het niet donker wordt. Onderwijl tent opgezet en een heerlijk kopje thee om de dag af te sluiten.