Donderdag 30 juli
Na een nacht met veel regen begint deze morgen ook met veel regen. Na het ontbijt wandel ik met Bas en Sonja eerst even de Drekagil (drakenkloof) in. Aan het eind van deze kloof moet een behoorlijke waterval liggen. Alleen deze is door de hevige regen val van de laatste dagen niet te bereiken. Het pad en de kloof er heen staan voor het grootste gedeelte onder water. Best wel jammer. Als ik komende dage nog tijd heb en het weer beter wordt is het misschien nog wel een optie om terug te rijden en als nog eens de hele wandeling door de kloof te doen.
Na even weer op temperatuur gekomen te zijn. onderneem ik de route naar Askja. Askja is een enorme,46 kilometer grote en grotendeels met lava opgevulde voor historische caldera (een grote komvormige krater, gevormd door vulkanische activiteit), die deel uit maakt van het Dyngjufjoll-gebergte. Het zuidoostelijke deel van de caldera is in 1875, bij de uitbarsting van viti, nog 250 meter verder ingezakt en vormt sindsdien een ruim 11 vierkantenkilometer goot meer, het Oskjuvatn. Het is het diepste meer van IJsland 217 meter diep. Vlak naast Oskjuvatn ligt, op de noordoostelijke oever , de Viti, een explosiekrater met een doorsnee van 150 meter. Op de bodem bevinden zich zwavelbronnen en een ‘klein’ kratermeer, dat melkgroen van kleur is en naar zwavel stinkt. Maar een aangename temperatuur heeft. Het is mogelijk om hier in te zwemmen. Alleen de afdaling naar beneden was van de regen zo glad dat de klim naar boven nog een hele toer zou worden. Daarom ook maar besloten om dit niet te doen. lijkt wel of ik steeds verstandiger begin te worden. Ook Bas en Sonja zagen hier vanaf. Gelukkig waren de meren door de wat hogere bewolking wel te zien, alleen de bergtoppen moesten we missen.
De wandeling van en naar het meer heeft wel iets spookachtigs zeker met de regen. Als ze je er met een raket zouden af zetten zou je, je zo op de maan wanen. Hier hebben dan ook de eerste Amerikaanse astronauten voor hun vertrek naar de maan geoefend. Na terug te zijn bij de camping en de hutten nog even wat warms en dan scheiden de wegen onze wegen. Bas en Sonja nemen de F902, deze weg zal ik ook niet veel later in slaan.
Voor mijn vertrek spreek ik nog een Fransman deze gaat, naar wat ik weet, de zwaarste route van IJsland rijden. Op de kaart laat hij alle gps waypoints zien, ook de foto’s die hij zeven jaar terug maakte laat hij zien. het ziet er onwijs gaaf uit. Als ik meer tijd had, route duurt minstens 4 dagen maar kan ook meer dan een week duren, er zitten stukken tussen waar je echt een route moet zoeken. En bijna onbegaanbaar zijn. de tijd is een wat me tegen houd om te vragen of ik niet mee kan, maar ook brandstof en levensmiddelen houden me tegen. Met het wisselen van mailadressen en de toezegging dat ik de waypoints krijg wensen we mekaar een goede reis. Dit is echt een route die ik ook wel eens wil doen, er moeten dan wel 2 of 3 auto’s net zo graag deze route willen doen als mij. Wie voelt zich geroepen om dit over twee of drie jaar te doen? De doorwaardingen kunnen flink diep zijn en het zoeken van de weg kost veel tijd.
Dan toch dit jaar eerst maar de F902 op deze weg loopt weer tussen het zand en lava door en zal eindigen bij Kverkfoll, hier vlakbij ligt een ijsgrot. Ook is er in die buurt een veld met warme bronnen. Deze zijn alleen met een gids te bereiken. De tip die ik van Sander over de sms krijg is “zoek een gids het is de moeite waard” zo gezegd zo gedaan. Alleen van wegen het slechte weer gaan er vandaag geen gidsen meer die kant op en de vraag is of het morgen wel gaat gebeuren, de voorspelling is dat het weer zo slecht blijft. Wanneer er wel weer een tocht die kant opgaat is onbekend.
Gezien de dingen die ik nog wil doen en zien besluit ik maar om door te rijden en via de F903 en de F88 weer het asfalt te kiezen om te gaan tanken.
DeF903 is een super mooie weg, er liggen dan ook een hoop mooie dingen langs om naar toe te wandelen. Het enige dat me daar van weerhoud is toch wel de harde slag regen en de wind. Dit is zeker een hoek waar ik nog wel eens wat meer tijd wil zitten.
Mijn reis gaat voorspoedig en aan het begin van de avond bereik ik de F88. Een blik op de kaart verteld dat even voor bij de F88 aan de 901 een camping ligt. Dit lijkt mij een mooie startlocatie voor morgen. De F88 is een weg die redelijk opschiet . Ik passeer dan ook de Tafelberg Herdubreid het is alleen jammer dat ik dat in de regen doe en met veel bewolking.
Misschien dat deze komende dagen vanaf de F910 nog eens mooi in het zonnetje komt, als deze zich laat zien.
Vlak voor ik op het asfalt van de 1 kom, slaat het noodlot toe, na ruim 7 weken weinig tot geen problemen gehad te hebben, oke alleen een brandstofpomp. Die dankzij de nodige mensen op IJsland arriveerde. Sta ik in eens stil met rechtsachter een klapband. Een forse scheur in de zijkant van de band, niet meer te maken dus. Na net klaar te zijn met wisselen stopt er een IJslander achter me. Die ziet het probleem en verteld dat ik het beste naar Egelsstadir kan gaan, daar zit een redelijk grote bandenzaak die mij vast kan helpen. Een beetje balend begin ik aan de tocht over het asfalt naar Egelsstadir. Na dat ik de tank weer val heb besluit ik om een plekje te zoeken voor de nacht het is dan al tien uur en heb wel zin om te gaan slapen. Alleen de regen blijft onophoudelijk vallen. De keus is dan ook snel gemaakt. Parkeerplaatje langs de 1 en in de auto slapen. Met een balend gevoel val ik uiteindelijk in slaap.
Archive van juli 2009
donderdag 30 juli
vrijdag 31 juli 2009woensdag 29 juli
vrijdag 31 juli 2009Woensdag 29 juli.
Vandaag begon de net als dat de dag gister gesloten werd met regen. Eerst dan maar even eten en douchen. Als ik terug ben van het douchen is het net even droog dus snel even de tent afbreken en opruimen, alles is noch vochtig en het buiten doek is zelfs nog kletsnat. Niks aan te doen dan maar los in de auto en vanavond maar weer even verder zien. mijn reis naar de F821 begint dan ook gelijk weer met regen. De weg er heen is goed te rijden, al staan er in een paarden op de weg. Even rustig aan doen en dan gaan ze opzij en kan ik mijn weg vervolgen.
Aan het begin van de F821 lijkt het net of je een boerenerf opgaat maar gelijk na de schuur kun je een karrenspoor op. Het is dan ook een echt karrenspoor, wat naar mijn idee niet alle dagen gereden word. De weg is wel super mooi. Je rijd langs een riviertje steeds verder het dal in, het wordt dan ook steeds smaller en smaller tot er alleen nog ruimte is voor de weg en de rivier. Uiteindelijk gaat de weg om hoog en blijft wat hoger de rivier volgen. Het water dat van de helling waar je op rijd naar beneden komt, vormt soms gewoon een riviertje op de weg om even later de weg te verlaten en de rivier in te stromen. Dit geeft met enige regelmaat, mooie lange doorwaardingen.
Aan het eind van het dal gaat de weg nog verder om hoog en kruis ik het riviertje dat dan inmiddels al niet meer dan een beek is geworden. Na steil om hoog te gaan met de nodige haarspeldbochten, beland ik in het wolkendek. Dit hing in het dal al zo laag dat de bergtoppen jammer genoeg niet te zien waren. Na talloze kilometers in de wolken, ben ik ineens boven het laaghangende wolkendek. En ineens is het weer heldere en heb ik een schitterend uitzicht , op de laaghangende bewolking. Toch kan ik niet van de zon genieten door dat er hoger nog meer wolken hangen . dat is toch wel even jammer. Mijn weg begint weer te dalen en ik rij weer in de grote steen en zandbak van het binnenland. Ik vervolg dan ook de weg richting de hut Laugefell . het blijft toch een bijzonder landschap om te zien. het is zo weids en stil. De eerste mensen die ik dan ook tegen kom zijn bij de hut. Vandaag wil ik door rijden naar Askja, bij de hut neem ik dan ook de F752 die mij weer op de F26 zal brengen. Ook deze weg slingert tussen de stenen en het zand door en zo af en toe kom ik een klein riviertje tegen. Na weer op de F26 te zijn aan gekomen, neem ik al snel de F910. Dit is een van de weinige west oost verbindingen in het binnenland. De meeste wegen lopen hier van noord naar zuid. Er liggen wel meer andere wegen maar dit zijn wegen die geen nummer hebben en alleen op de kaart staan van hier ligt ergens een weg. Om toch een beetje zekerheid te hebben dat ik iemand tegen kom als ik pech zo hebben. Neem ik dit jaar alleen maar de F wegen.
Dan komt toch het begin van de F910 in zicht. De weg heeft een lengte van ruim 120 kilometer en de geschatte reistijd, tussen de acht a tien uur. De weg is zeker een die de moeite waard is ondanks het wisselvallige weer wat het dan ook zeker super genieten de afwisseling is zo geweldig. Zo af en toe een rivier dan weer lava waar je niet anders dan stapvoets door heen kunt. Vandaar dat de weg dus ook meer dan 8 uur rijden is. halverwege ligt er in eens een brug. Dat is maar goed ook, anders was deze rivier niet over te steken. Net voor de brug ligt een afslag naar de waterval Gjallandi. Een beeldschone waterval in een omgeving die meer weg heeft van een maanlandschap. Door dat deze weg niet door veel mensen gereden wordt is het dan ook een van de minder bekende watervallen. En druk is het er dan ook niet, ben er alleen.
Op deze weg krijg je wel het gevoel van helemaal alleen op de wereld. Kom dan ook niemand tegen. Op de vlakte is het soms even goed zoeken naar de weg. Er liggen zo veel sporen naast elkaar dat het iet duidelijk is wat nu de eigenlijke route is. Ook missen er op delen de markering, wat het af en toe niet echt makkelijk op maakt met het zoeken van de weg. Dit alles geeft wel een bepaalde soort van kick. Maar ben wel heel gelukkig met een kaart waar de meest belangrijke kruisingen in gps-coördinaten op staan en de gps. Zo weet ik toch de juiste afslag te vinden naar Askja. Op de meest belangrijke kruising mist het complete bord, een eind verder ligt nog wel de paal waar dit bord aan gezeten moet hebben. Het zou toch wel zonde zijn geweest om zo ver in het binnenland de verkeerde afslag naar Askja te nemen. Dan was ik er waarschijnlijk vandaag ook niet aan gekomen. Hoe dichter ik bij Askja kom, begint het landschap nog meer op een maanlandschap te lijken. De door het slechte weer heeft het zelfs iets spookachtigs. Er liggen hier wel hele mooie rots- en lavaformaties. Best wel jammer dat het weer vandaag niet mee wil werken. Een zonnetje wat toch wel welkom geweest. Na de vele lavavelden voort de weg in eens over een grote spoelvlakte, met donker gekleurd zand. Door de vele regen en zelfs hagel en natte sneeuw is er geen stuffend lavastof achter de auto. Ook wel eens een keer lekker. De regen heeft dan ook alles van de auto af gespoeld. Als het de komende dagen zo blijft heb ik een schone auto mee terug. Dit was toch echt niet de bedoeling. Uiteindelijk gaat de grijs/zwarte spoelvlakte, over in een geel gekleurd lavaveld. Iets wat toch wel uitzonderlijk mooi is. Na de vele uren sturen en de toch wel wat weinige kilometers kom ik de vlakbij Askja liggende camping en hut Dreki tegen. Met weinig zin om in dit weer een tent op te zetten besluit ik ook hier van de hut gebruik te maken. Ondanks het late arriveren van mij het loopt inmiddels al tegen een uur of zeven, is er nog voldoende plaats. Meer mensen hebben gedacht dat een hut toch wel handiger is dan een tent opzetten, het is dan ook gezellig druk in de hut.
In de hut kom ik Bas en Sonja tegen een Nederlands stel, die de komende weken ook op IJsland rondtrekken. Na een poos gezellig te hebben zitten kletsen onder hun wijntje, mijn flessen zijn op. Bas en Sonja(jullie zijn welkom om een fles te komen halen in Nederland ) gaan we tegen elf uur toch maar eens slapen.
dinsdag 28 juli
woensdag 29 juli 2009Dinsdag 28 juli
Na een toch wel heerlijke nacht binnen slapen op een matras wat toch wel wat dun was, begint de dag tegen half negen met opstaan. Als ik naar buiten ga blijkt het nog steeds te regen en te waaien. De wind is wel iets gaan liggen maar het waait nog stevig. Samen met de regen is het gewoon vies en koud. Nu weet ik het zeker ik heb de juiste keus gemaakt.
Na mijn ontbijt en deze en gene gedag en een goede reis gewenst te hebben ga ik tegen half tien onder weg naar het noorden. Davy en Nicoline slapen nog dus die zeg ik bij deze maar gedag. We hebben adressen uitgewisseld, de kans is dan ook wel groot dat ze het hier lezen.
Ik ben de eerste die onder weg gaat, de eerste anderhalf uur kom ik niemand tegen het regent en waait nog steeds, zo af en toe veranderd de regen zelfs in natte sneeuw. Dit is dan echt het IJslandse weer. Op een aantal plaatsen langs de Sprengisandur (F26) liggen kleine en wat grotere moerassen. Dit alles bij elkaar is het grootste leefgebied van de kleine rietgans . onder weg kom ik er maar een aantal tegen met hun jongen, ze zijn zo snel weg dat een foto er niet in zit. Maar alleen al het zien en genieten is genoeg.
Ik vervolg mijn weg over de F26, het plan was eerst om gelijk de F910 op te gaan naar Askja maar er ligt in deze hoek nog zoveel moois dat ik besloten heb om een klein ommetje te maken. Van Owen heb ik na mijn laatste smsje niks meer gehoord.
De Sprengisandur is misschien wel een van de meest bekende hoogland routes van IJsland met in het een schitterde bloemen pracht in verder een grijs gebied. Het lijkt meer op een uitgestrekte zwarte zandbak. De route was vroeger een oud Vikingpad, een paardenroute tussen de gletsjers Vatnajokull en Hofsjokull. In deze woestenij hebben veel vogelvrijverklaarden. Hun leven moeten slijten vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Ruiters te paard die naar het noorden moesten reizen, vreesden deze route vanwege de vele struikrovers die hen hier konden belagen. Veel verhalen herinneren aan deze tijd.
In augustus 1933 werd deze route voor het eerst per auto afgelegd. Een echt huzarenstukje als je, je realiseert dat er in die tijd nog geen enkele rivier was overbrugt, de auto’s niet echt gebouwd waren voor dit terreinen er nog helemaal geen jeepspoor was. De vier inzittenden van de ford waar mee ze reden deden er dan ook maar liefst 7 dagen over.
Er wordt over al geschreven dat er geen gsm verbindingen in het binnenland zijn, toch rij ik 90 procent van de tijd met verbinding. Nog even en je hebt overal op IJsland 100 procent dekking. Wat toch wel handig is als er wat is.
Bedenk me dan ook net dat ik nooit terug gekomen ben op het feit dat ik vet veloor uit de rechter fuseebol van de auto. Dit raadsel is opgelost, de olie uit het differentieel en het vet uit de fuseebol mengen zich door dat een keerring er tussen wat lekt. Dit is geen probleem als het gebeurt. Het verliezen van deze olie/vet is vermoedelijk gekomen doordat de ontluchting van de as verstopt heeft gezeten en doordat de druk ergens heen wil, heeft het de weg langs de fuseebol gekozen. De afgelopen dagen heb ik er ook geen last meer van gehad.
Na de nodige kilometers beland ik op Odadahraum, dit is het grootste aan een gesloten lavaveld 6000 vierkante kilometer groot. Ook kom ik hier aan het eind van de Sprengisandur de waterval Aldeyjarfoss tegen. Door de merkwaardige basaltzuilformaties en de grotten omringde waterval . Wordt de waterval ook wel een van de natuurschatten van IJsland genoemd. Ook naar deze plek wil ik met mooi weer nog wel eens terug. Het was vandaag zo slecht foto weer, dat de gemaakte foto’s toch best nog eens wat mooier kunnen. Nog een rede om terug te keren naar IJsland.
Nu ik weer van de F26 of te wel de Sprengisandur af ben besluit ik om mijn ommetje via Akureyri en dan naar de 821 te rijden en daar dan ook de F-weg terug het binnenland in te nemen. Waar deze weer eindigt heb ik 2 mogelijkheden om weer de F26 en daar door ook de F910 te berijken. Gelijk wil ik van de mogelijkheid gebruikmaken om even opzoek te gaan naar een 40 ampère zekering voor de omvormer, denk alleen niet dat daar het probleem mee opgelost is. Als klein uitstapje ga ik niet over de 1 naar Akureyri maar neem ik de 832 deze gaat net vele haarspeltbochten over de bergpas heen. Dit blijft toch leuker dan een strakke asfaltweg. Om nog even terug te komen op het weer dit is nog steeds pet weer. Het regent nog steeds maar de wind is gelukkig voor een groot deel gaan liggen. Bij de aankomst in Akureyri is de regen het even zat en is het even droog. Bij het zoeken naar de juiste zekering haal ik steeds nol op het rekest. Wel krijg ik overal een of twee 30 ampère zekeringen mee. Vraag me af of deze het wel houden of ook gelijk doorbranden. Een ding weet ik wel, voor deze er in gaan moet ik eerst de omvormer maar eens los hebben om te kijken waarom uit toch niet meer uit is. en anders houd het gewoon op.
Onderweg bedenk ik me even wat wijs is om te doen. mijn laptop is half leeg en de accu’s van mijn camera gaan ook hard richting leeg. Ik had als doel om vandaag nog een heel eind de F821 op te gaan en daar bij een hut te Kamperen of wel weer binnen te slapen. Net als ik besluit om toch maar door te rijden smst Marieke een berichtje. Terug smsen onder het rijden is lastig dus maar even bellen. Haar advies luit ga lekker op de camping in Akureyri staan en laat alles op en werk gelijk je blog bij. Kun je morgen fris en geladen weer weg. Dat klinkt wel als een heel goed idee. Kan ik morgen ochtend ook nog even heerlijk douchen en echt fris onder weg. Dus volg het advies op en bouw mijn kamp op in Akureyri. Het is dan de derde keer dat ik deze camping aan doe deze reis. Hebt binnen in de kantine zitten typen en gelijk alles opladen is wel net zo aanlokkelijk als de douche.
Ondertussen is er vandaag ook bericht van Owen gekomen. Zo als het nu lijkt gaan we mekaar mis lopen ik zit nu weer in het noorden en hij in het zuiden. Mijn doel is Askja en hij is al onder weg richting Reykjavik. We kruisen mekaar dan ook niet ergens en de afstanden zijn dan niet zo groot maar in tijd zijn ze dat wel weer. Mekaar gedag zeggen zal dan ook wel via de telefoon gaan.
Nadat alles weer staat begint het eerst weer zachtjes te regenen en later drupt het weer hevig naar beneden. Ik zit dan al heerlijk droog aan de zalm.
Hopelijk brengt morgen een beetje beter weer en een hoop nieuwe en leuke dingen. De hoop is na het zien van het weerbericht op tv gelijk vervlogen en de komende dagen is het regen
maandag 27 juli
woensdag 29 juli 2009Maandag 27 Juli
Vandaag begon de dag gelukkig weer met een zonnetje. Het was om acht uur dan ook al warm in de tent en tijd om op te staan. Vandaag zal ik Reykjavik weer achter me laten en langzaan aan richting het oosten gaan, om zes augustus de boot terug naar Denemarken te nemen. Het plan is om de komende dagen zo veel mogelijk in het binnenland te rijden en misschien nog ergens met Owen af te spreken. Ben de laatste keren Steeds vergeten om hem op de foto te zetten voor dit verslag.
Na rustig in gepakt te hebben en de laatste mailtjes gedaan te hebben, vertrek even voor twaalven dan toch uit Reykjavik. Jammer genoeg zal ik deze gezellige stad deze reis niet meer aan doen. De camping hier is toch wel de verzamelplek met IJslandgangers. Mijn plan is om de F26 op te gaan en deze vandaag , tot halverwege te rijden en hier op de camping te overnachten. Dit ook in afwachting of ik van Owen nog een sms terug krijg. De sms van vanmorgen vertelde dat hij de komende dagen via de zuidkust naar Reykjavik gaat en maandag een groep oppikt en daarmee richting Porsmork. Voor mij zou dat een optie zijn. Dan stel ik de plannen wat bij en neem net de F910 naar Askja maar dan neem ik deze terug vanaf Askja om zo maandag aan te komen in Porsmork en dan via de 1 terug naar het oosten te gaan.
Mis vandaag toch wel mijn reismaatje en navigator alles gaat gelijk een stukje minder snel. Om op de kaart te kijken moet ik nu zelfs weer stoppen. Was de afgelopen weken dan ook wel heel gezellig.
Langzaam aan laat ik Reykjavik achter mij en begint de reis over de rondweg 1 richting Selfos. Het is nog lekker rustig op de weg en het schiet dan ook lekker op. Onderweg kan ik dan ook heerlijk genieten van het uitzicht en de zon. In Selfos aangekomen besluit ik om hier eerst maar even boodschappen te doen. Met de bedoeling om veel in het binnenland te blijven is het wel handig om wat meer mee te nemen dan normaal. Gelukkig is het in de supermarkt ook niet druk en kan dan ook lekker opschieten. Zelfs het verzoek van Marieke om bepaalde snoepjes mee te nemen lukt ook meteen. Niet alle winkels hebben het zelfde assortiment, ook de winkels van de zelfde keten hebben een ander assortiment. Het blijft soms dus een gok of je alles wat je wil hebben in een winkel vindt. Dit keer lukt alles in 1 keer en kan ik mijn weg vervolgen.
het eerste wat op viel in Selfos is dat er hier meer wind staat dan in Reykjavik, gelukkig blijft het zonnetje wel schijnen en is de temperatuur heerlijk aangenaam.
De reis gaat verder naar de F26 bij een van de laatste tankstations gooi ik de tank vol en vul ook gelijk de jerrycans op het dak. Nu ik nog niet weet wat ik ga doen is het misschien wel verstandig om alles vol te hebben zitten. Onder het moto “beter mee verlegen dan om verlegen” bij het tanken word het toch al jas aan. De wind is hier al een stuk kouder en de lucht is niet meer zo mooi helder blauw. Ook de jerrycan met benzine om op te koken vul ik gelijk maar even bij. Met alles weer aan gevuld kan de reis richting de F26 dan ook echt beginnen. Voor ik uiteindelijk weer op de graffel zit moet ik eerst een heel stuk asfalt. Dit rijd over het algemeen super hier op IJsland. Alleen vandaag werkt de wind behoorlijk tegen en letterlijk ook, ik heb tegen windt en niet een beetje ook ben best benieuwt hoe veel wind er staat, naar mijn idee staat er toch wel een kleine 8 of zo. Overal zie je dan ook grote stof wolken opwaaien, en nee dit zijn niet de wolken achter een auto. Op plaatsen waar de 26 in de open vlakte ligt, rij je gewoon door het stof, zelfs zand en af en toe kleine steentjes waaien voorbij. Het weer begint dan ook steeds slechter te worden en zo af en toe valt er een spat regen. Dit was niet helemaal de afspraak voor vandaag. Ik had toch om mooi weer gevraagd.
Waar de 26 overgaat in de F26 is het weer al zo veranderd dat het regent en er een zware wind staat. Zo zwaar dat het soms niet eens leuk meer is. Het lijkt wel te stormen. Uhm correctie, het is aan het stormen. Zo af en toe stopt het met regenen. Maar de bewolking lost niet op. Ik moet dan ook alle mooie vergezichten missen. Op deze manier de Sprengisandur te beleven heeft ook wel wat. Het is een groot heuvel landschap met niets anders dan stenen en zand.
Gelukkig heb ik onder de wolken door nog wel af en toe een mooi zicht op de gletsjers.
Vatnajokull is niet alleen de grootste ijskap van IJsland en Europa, maar ook de op twee na grootste van de wereld. Deze kolos met een oppervlakte van 8456 vierkante kilometer en ligt ten oosten van de weg. Met mooi weer is deze een groot deel van de route te zien, hij is jammer genoeg voor mij, door de wolken niet helemaal te zien. Ik mag alleen maar van de onderkant genieten. Ook die is mooi. Maar rede genoeg om ooit nog eens met ander weer terug te komen.
Hofsjokull is met een hoogte van 1760 meter en 925 vierkante kilometer de op twee na grootste gletsjer van IJsland, en ligt ten westen van de weg. Ook deze wordt voor een groot deel door de bewolking aan het zicht onttrokken. Maar gelukkig is er nog genoeg om van te genieten.
Of het nou door het stof komt of door het gestuiter op de weg, maar in eens hoor in de omvormer piepen en gelijk brand de zekering door. Op dat moment lag er alleen en accu van mijn foto toestel aan. die liggen er wel vaker aan onder het rijden. Ook een nieuwe zekering gaat gelijk door. Zelfs als ik de schakelaar op off zet blijft er een lampje branden en de omvormer doorzoemen zonder de ventilator te gebruiken. Dan de kabel bij de accu maar los en vanavond of morgen maar eens kijken wat er loos is. als deze het nu echt begeven heeft wordt het wel een stuk lastiger om mijn blog bij te gaan houden, zeker nu ik meer in het binnenland zit zonder netstroon. Aan de andere kant heeft hij het al wel de afgelopen weken vol gehouden. In Nederland er maar mee terug en kijken of het onder de garantie valt.
Bij het naderen van de Camping sta ik wel even in dubio , het weer is zo slecht dat een tent opzetten niet tot de opties behoord. De andere opties zijn door rijden maar dat betekent de hele F26 vanavond nog uit rijden, in de auto slapen dat zou dan zowel hier op de camping als gewoon ergens onder weg kunnen. Of kijken of er ruimte in de hut is en daar slapen. De keuze valt op de laatste.
In de auto is het zo krap en buiten koken is ook geen pretje.
Heb ik even geluk er is nog zat plek in deze hut. de hutten, het zijn er twee liggen in de Nyidalur. Dit is een op 800 meter hoog gelegen dal (nieuwe vallei) ten zuidwesten van de Tungnafellsjokul werd pas in 1845 ondekt. Een andere naam voor dit dal is meer toepasselijk Jokldalur (gletsjervallei). De hutten hier behoren toe aan de Trekkersclub (Touring Club of Iceland).
Tungnafellsjokul met een hoogte van 1533 meter en 50 vierkante kilometer is dit een van de kleinste gletsjers van IJsland. Deze gletsjer is ook nog op een andere manier beroemt. In 1984 werd hij door geheim agent 007, James Bond, beklommen tijdens de opnemen van A View to a Kil.
Na mijn slaapzak en andere dingen in de hut gebracht te hebben. Neem ik een kijkje in de keuken. Hier mag iedereen gebruik van maken om zijn eten klaar te maken. Het is inmiddels al bijna zeven uur en ik krijg wel honger, voor dat ik bij het gas kan moet ik zeker nog een poosje wachten op de gene die voor mij zijn. Dan eerst eens naar de toilet. Daar kom ik bij de was gelegenheid wel een heel mooi luw hoekje tegen. Hup brander uit de auto en daar mijn eten even koken. Twee Canadezen, vinden dat wel een hele vindingrijke oplossing. Onder het lege eten van mijn pannetje eten, begin ik aan mijn verslag van deze dag. Met in mijn achterhoofd dat ik mijn laptop niet kan opladen. Dus tot maximaal 50 procent leeg trekken en dan stoppen. Mocht morgen de kaart van mijn fotocamera vol zitten kan ik die nog wel legen. Toch wel lastig dat de omvormer niet meer werkt. Nadat mijn pan leeg is toch maar even in de keuken kijken of ik daar even een pan en lepel mag afwassen. Daar kom ik Davy en Nicoline tegen, Davy is van oorsprong Belg maar woont nu in Kopenhagen (Denemarken) samen met Nicoline. Wel leuk om toch ook nog even Nederlands te kunnen kletsen. Davy en Nicoline zijn met de boot van uit Denemarken gekomen en vandaar gelijk door gegaan naar Askja en zijn vanaf Askja lopend naar deze hut gekomen. Het was een hele stoffige trip bijna alle ritsen van de tent en jassen hebben het begeven. Davy is al vaker op IJsland geweest, zo heeft hij in het verleden de Sprengisandur op de fiets gedaan. Met de auto is het al een beste trip laat staan met de fiets. Als we het over diepe doorwaardingen krijgen laat ik de foto’s zien van de doorwaarding op de F210 een Duits echtpaar wat ook even meekijkt schrikt van de diepte en vracht zich af of dit wel verantwoord is met hun auto en of ik niet onverantwoord bezig geweest was. Na het vertellen dat er nog een auto bij was snapten ze dat er gelijk hulp zou zijn. Na nog wat gekletst te hebben met deze en gene, verdwijnt iedereen tegen een uur of tien toch zijn slaap zak in. Buiten regent en waait het dan nog steeds. Geloof dat ik toch een verstandige keuze heb gemaakt.
zondag 26 juli
dinsdag 28 juli 2009Zondag 26 juli
Vanmorgen begon de dag al vroeg, om vijf voor acht vertrok het vliegtuig, van Marieke naar Nederland. Hier voor geld de regel dat je twee uur voor vertrek aanwezig moet zijn. Het werd dan ook om half vijf opstaan en twee eitjes bakken voor onderweg. Tegen goed vijf uur reden we dan ook van de camping af. Om tegen kwartvoor zes bij het vliegveld in Keflavik te zijn. het inchecken ging behoorlijk snel. Na nog even gezellig wat te hebben zitten drinken. Zijn we samen naar de vertrekhal gelopen. Vanaf daar is het alleen nog voor passagiers, dus tijd om af scheid te nemen. Dit was toch nog niet zo makkelijk als je tweeënhalve week samen onder weg bent geweest.
Het klopt toch wel dat Marieke een zonnetje is, ze is weg en het regent hier gelijk de hele dag.
Vanmorgen nog een was gedraaid en heb nu alles bijna schoon weer mee voor de laatste twee weken. Verder is het een rustig dagje geworden is gewoon weer even wennen om alleen onder weg te zijn.
Onderwijl ik met het bijwerken van mijn blog bezig ben smst Miek, dat ze een goede vlucht heeft gehad.
Ondanks het slechte weer toch ook maar even mijn auto her ingepakt er moeten zo langzaam aan te veel stenen en souvenirs mee.
Doordat het zo regent ben ik maar eens lekker bezig gegaan om mijn blog bij te werken en wat mail te beantwoorden. Mis toch wel een beetje het gezelschap van de afgelopen tweeënhalve week.
Gelukkig is er msn en kunnen we daar in de loop van de middag nog even zitten kletsen. Tegen etens tijd zeggen we toch maar even gedag en ga ik eens eten maken. Ik probeer het tussen de buien door maar dat lukt maar half, maar mag de pret zeker niet drukken.
Na het eten even staan te kletsen met twee Nederlandse motorrijders deze proberen in 3 weken tijd zo veelmogelijk binnenlandse wegen te rijden. Alleen de slijtage van de banden gaat zo hard dat ze na anderhalve week al weer een nieuwe toe zijn. Aan mijn eigen banden kan ik ook goed zien dat de lava toch wel zijn invloed heeft. Hier en daar mis ik ook wat hoekjes van het profiel. Ook het stof werkt hier als schuurpapier en alles wat maar even ergens tegen aan ligt is gelijk een beetje kaler. Zelfs bedrijfswagen inrichting die blauw is begint dus ook blauw af te geven. Er lijkt wel of er dan ook niks van dit alles IJslandproef is.
Na deze wat om rommeldag gaat morgen toch echt de vervolgreis aanvangen en wordt het hoofdzakelijk binnenland rijden. Ja ook zo veel mogelijk wegen maar ook zo veel mogelijk zien en genieten. Morgen begin ik met de F26 ook wel Sprengisandur genoemd.
zaterdag 25 juli
dinsdag 28 juli 2009Zaterdag 25 juli
Na een heerlijke rustige nacht en een gezellig ontbijtje zoeken we de kaart op van Reykjavik en gaan onder weg naar het centrum van de stad. Als echte Hollanders parkeren we de auto net buiten het betaald parkeren. Het zonnetje schijnt weer en dat maakt alles gelijk een stuk mooier.
het is leuk te zien dat in Reykjavik zowel oud als nieuw en goed en slecht onderhoud naast mekaar staan. Dit geeft toch een bepaalde charme aan de stad.
De eerste stappen gaan in de richting van de kerk, het enige wat jammer is, is dat deze in de steigers staat. Maar van binnen ziet het er super uit. Wat een ruimte en een rust. Kerken blijven toch iets aparts hebben en deze zeker. Is hij nu niet op zijn mooist aan de buiten zijde. Na de kerk gaat onze verkenning en strooptocht naar souvenirs door. Je kunt wel merken dat Reykjavik het voor een deel moet hebben van de toeristen overal hangen de vlaggetjes taxfree uit.
Reykjavik is het oudste handelscentrum van het land. Waar de Engelsen in het begin van de 15de eeuw startten met visserij en vishandel totdat zij verdreven werden door de Duitsers, die er langer dan een eeuw de stad overheersten, tot aan het begin van de 17de eeuw. Deze Hansa-handelaren werden door Deense kooplieden vervangen al gevolg van het handelsmonopolie dat door de Deense koning in 1602 was opgelegd.
Tegenwoordig is het grootste deel van de inwoners in dienst van de visserij en de visverwerkende industrie, handel, dienstverlening en diverse fabrieken.
Als we door het centrem lopen kun je goed zien dat Reykjavik zich goed kan meten met andere hoofdsteden, ook al heeft het de grote van een gemiddelde provinciestad in Nederland.
Na een poosje op stroop tocht te zijn geweest doen we een terrasje aan om wat te eten en te drinken. Het zit dan ook heerlijk in het IJslandse zonnetje. Na zo een poosje genoten te hebben moeten we nog zeker even een ijsje halen. Voor het eerst gaat Roel dan ook op de foto met 2 ijsjes en een hoop tassen, was ik nou aan het winkelen of werd ik als pakezel gebruikt? Wie het weet mag het zeggen.
Oke de meeste dingen die mee terug gaan zijn van mijn dus de pakezel was dit keer anders om. Na de laatste inkopen nog even opzoek neer een mooie zalm om vanavond te eten. Het is de laatste avond dat Miek hier is, er wordt dan ook zeker een afscheidsmaal aangericht. Waarbij ook de laatste fles wijn open gaat.
De tijd vliegt zo als je samen onderweg bent. Het was dan ook super om Miek als gezelschap mee te hebben en is jammer dat ze weer gaat. We hebben niet eens ruzie zitten over links of rechtsaf. Dat moeten we dan nog maar eens in Nederland doen.
Voor degene, die toch wel nieuwsgierig zijn wat er allemaal meetrug komt. Zou zeggen kom eens op de koffie.
vrijdag 24 juli
zondag 26 juli 2009Vrijdag 24 juli
De laatste dagen van Miek haar vakantie staan in het teken van lekker relaxen. Vandaag zijn we dan ook wat later onder weg naar Raufarholshellir, dit is een van de grootste lava grotten. Het eerste deel van de 1300 meter lange grot is makkelijk toegankelijk. Nieuwsgierig als wij zijn willen ook wij even binnenkijken en dalen af in de grot. Nu komt de lantaren die ik voor mijn verjaardag, van mijn broers heb gehad mooi van pas. Het lopen door de grot is meer een klim en klauter partij. Op verschillende plaatsen is het plafon naar beneden gekomen en kun je naar buiten kijken. Ook op andere plaatsen lijkt het als over er grote blokken steen naar beneden gekomen zijn. Bij het kijken naar het plafon van de grot zou je haast gaan verwachten dat er ieder moment nog meer rotsblokken naar beneden kunnen komen. Voorzichtig klimmen en klauteren we nog een stuk verder en besluiten dan toch maar weer eens terug te gaan. Weer buiten aan gekomen is de zon een welkome verwarming. In de grot was het toch wel vochtig en koel.
Na lekker weer opgewarmd te zijn rijden we door over de 427 nog even lekker hobbelen op een graffel weg en dan een heel stuk het asfalt op om een bezoek te gaan brengen aan de warme bronnen bij Krysuvik. Dit bronnen gebied wordt ook wel het mooiste bronnen gebied van zuidwest Ijsland genoemd. Vroeger was hier een zwavelmijn. Hier hangt ook weer de onvergetelijke lucht van zwavel. De grond heeft hier zo veel verschillende kleuren die met de zon er nog mooier uit komen. Hebt blijft genieten van deze natuurwonders. Na heerlijk hier een poosje te hebben rond gewandeld, stappen we in de auto en rijden een heel klein eindje verder om naast een pruttelende modderpoel onze lunch te nuttigen. Wat hebben wij zo een goed leven.
Na de lunch en de nodige foto’s gaan we richting de Blue Lagoon maar niet voor dat e nog even naar de vogelrots Krysuvikurberg zijn geweest. De weg er heen is al een super mooie weg en heeft alle facetten van de IJslandse wegen in zich. Diepe geulen, veeroosters, stenen, hellingen en zelfs nog een doorwaarding. Dit is dus de weg om voor Marieke even af te kikken van de IJslandse wegen. De rotsen en de kust mogen er op dit punt ook zeker zijn en het is dan ook super genieten.
De terug weg is net zo genieten als de heen weg, aan het eind van de weg nemen we het laatste stukje graffel weg richting Grindavik. Dit was ook eigenlijk een beetje de start van onze reis samen.
Net na Grindavik nemen we de weg naar de Blue Lagoon. Hier zijn we de rest van de middag en avond geweest tegen negen uur reden we pas richting de camping in Reykjavik.
In de Blue Lagoon is het toch best wel goed vertoeven. Dit meer wat aan gelegd is in een lavaveld,wordt gevuld met heerlijk warm water dat afkomstig is van de nabij gelegen Svartsengi-warmwater- en krachtcentrale. Daar wordt het water dat extreem zout is (12,5 procent) gebruikt om gewoon ‘water’ te verwarmen. Het komt uit 1800 meter diepe bronnen en heeft een temperatuur van 70 graden Celsius. Een natuurlijk mengsel van mineralen,blauwwier en silicium/kiezel vormt op de bodem van het meer een witte afzetting en geeft het water een typische melkachtige-lichtblauwe kleur. Aan het water en de witte klei van de Blue Lagoon wordt een heilzame werking toegeschreven
Het was heerlijk om steeds van het warme water naar de sauna en dan weer lekker onder het koude water. Zelfs in het stoombad was het goed vertoeven.
Ook het modder masker wat Miek mij aanmeet was super. Ja snap dat jullie het jammer vinden dat hier geen foto’s van zijn
Onderweg naar Reykjavik kwamen we gelukkig gelijk een supermarkt tegen die tot laat open is. We waren eerst van plan om bij de Ikea te gaan eten maar door dat het zo goed vertoeven was in de Blue Lagoon waren we daar voor te laat. Na nog wat boodschappen gedaan te hebben zijn we uit eindelijk op de camping in Reykjavik beland.
Hier begonnen we pas tegen tien uur met koken. Miek was zo aardig om dezelfde avond nog de wasmachine aan te zetten. Het enige probleem dat zich voor deed was dat deze er mee stopte. Dit resulteerde erin dat we pas tegen middernacht aan het eten waren, ook wel eens apart.
Donderdag 23 Juli
zondag 26 juli 2009Donderdag 23
Na een avond en nacht met de nodige regen. Eindelijk heeft Miek dan ook even ander weer, dan alleen maar droog en zon, gezien op IJsland. Vandaag begon de dag dan ook weer met zon. Om na de afgelopendagen steeds vroeg onder weg te gaan hebben we vandaag besloten om eens wat later weg te gaan en eerst nog even rustig te genieten van Skogarfoss. Uiteindelijk zijn we toch maar gana inpakken en net voor dat het begon te regenen hadden we alles droog in de auto zitten.
Voor we de beroemde F261 en de F210 opgaan stoppen we eerst nog even om de tank van de auto vol te gooien. Een tweede stop maken we bij Seljalandsfoss. Dit is een kleine maar hoge waterval, met de mogelijkheid om er achterlangs te lopen. Het is een waanzinnig gezicht om er achter te staan en het geluid dat het water maakt als het naar beneden komt, ook het geluid dat het water daar bij maakt zijn ware donderslagen. Dit word nog versterkt door de rotsen. Bij het er onder weg lopen aan de andere kant kregen we ook nog even de kans om echt kennis te maken met de water val en waren onze koppies behoorlijk nat. Miek was zo aardig om aan iemand om er een foto van te maken. Bewijs is er dus ook nog. Ook bij deze waterval deden de zon en de water nevel hun best en voltrok er zich een schitterende regenboog.
Dan begint het grote avontuur van de F261 en de F210 weer. Deze weg en ik hebben al een hele geschiedenis en vandaag is de beurt aan Marieke om deze wegen ook eens te bewonderen. Naarmate we verder en verder op de weg zitten wordt het steeds stiller naast me en zit ze steeds meer te genieten. Er zitten veel te weinig doorwaardingen in volgens haar. Volgens mij zou ze liever alleen maar door het water rijden. Het waterpeil is ook zeker niet meer dat van de laatste keer dat ik op deze wegen reed. Wat het wel minder spannend maakt, maar de uitzichten maken toch ook weer een hoop goed.
Op de F261 slaan we eerst nog even af naar een van de kloven die langs deze weg liggen. Het is net een schilderij waar je in binnen stapt. Mooie steile rotsen een riviertje dat er tussen door komt kabbelen en ontelbare kleuren groen. Op deze plaats moet Miek haar hobby van water temperatuur met de voeten bepalen nog even uit proberen en steekt zo het riviertje over. De temperatuur van het water word wel goed bevonden maar niet zo goed om de rivier nog een keer over te steken.
Niet veel later vervolgen we onze weg over de F261 en iedere rivier die we door moeten zie je een grote lach op het gezicht van Marieke. Deze route heb ik samen met Owen ook al een keer gereden maar ook voor mij blijft het genieten. De landschapen blijven steeds maar weer veranderen en de een is nog bijzonderder dan de ander. Na de nodige stops en de nodige uurtjes komen we dan toch bij een van de mooiste maar ook wel moeilijkste rivieroversteken die ik tot nu toe in deze reis tegen gekomen ben. Jammer genoeg staat het water nu een heel stuk lager dan de laatste keer maar het blijft een spectaculaire oversteek. Zeker voor Marieke is dit echt even genieten. Zonder problemen komen we ook deze keer weer het water door en vervolgen onze weg over de F210. De F210 zal ons eerst naar Hvanngil brengen. Hier houden we even halt om te eten en wil ik David de beheerder even gedag zeggen. Hem ben ik eerder Tegen gekomen toen Owen ook hier stond. Niet veel later staan we ook samen op de foto. ik heb eigenlijk nooit echt zo iets van ik moet op de foto, maar deze weken sta ik er toch al wel heel vaak op, dankzij een leuke huisfotografe.
Miek is wel even benieuwd hoe David en zijn gezin het doen met levensmiddelen en andere spullen. David vertelt dat ze heelveel meenemen als ze hier heen gaan en dan vooral veel dingen die lang houdbaar zijn. en er zijn altijd groepen die veel mee hebben waar ze wat van krijgen en ook de chauffeurs die regelmatig langs komen nemen verse dingen mee. Maar melk en fruit blijft altijd lastig. Op weg naar de auto bedenken wij ons dat er nog vers pakmelk in de koelbox staat. Deze kunnen we best even bij David en zijn gezin achter laten. Bij het afgeven aan David zegt hij nog dat hij niet wilde bedelen. Het is toch leuk om zo even wat te kunnen geven. Hij is ons dan ook heel dankbaar.
Met een goed gevoel rijden wij de F210 dan weer op richting Keldur. De bergen nemen steeds weer andere kleuren aan. en de talloze rivierdoorwaardingen maken het een weg om super van te genieten. Op een plaats gaat de weg zelfs een eindje door de rivier dit is helemaal even leuk zeker omdat je de rivier pas na een bocht weer uit gaat. Je vraagt je toch wel eens af wie heeft er ooit besloten om deze route zo te maken en niet via een andere route.
De omgeving blijft zo mooi en de zon is ons nog zo goed gezind dat het bijna een straf is als het einde in zicht komt. Als we het einde van de F210 hebben gehad beslissen we om al vast een eind in de richting van Reykjavik te gaan.
De keus valt op Plaats Hveragerdi, hier moet ook een camping zijn en mat de dingen die we morgen willen doen zitten we dan gelijk in de goeie richting. Na een klein uur rijden komen we in Hveragerdi aan. De hele camping is versiert en er lopen heel wat verklede mensen rond, niet iets waar wij ons geroepen voelen om tussen te gaan staan. Op de kaart vinden we nog een ander plaatsje, Porlakshofn dit ligt vlakbij zee en nog dichter bij onze bestemmingen voor morgen.
Hier aangekomen zit het er een stuk rustiger uit en is en nog lekker de ruimte om de tent op te zetten, zonder dat je bij de buren op de lip zit. Alleen de wind is nog al fris.
De laatste paar dagen is het overdag stralend mooi weer en in de avond koelt het heel snel af na een onaangename kou. Gelukkig hebben we qua kleding alles me om het dan ook nog buiten uit te kunnen houden. Maar nu maakt de wind het wel heel kou en kruipen we toch lekker de tent in.
woensdag 22 juli
zondag 26 juli 2009Woensdag 22 Juli
Het was vandaag echt even apart wakker worden zo tussen de lava. We hebben de hele camping voor ons zelf, is dat even geen luxe. De nachten zijn koud maar de morgen zon is gelukkig al aardig warm. Voor het eerst zitten we dan ook echt midden in een lavaveld te ontbijten. Dit is toch wel een hele mooie en aparte ervaring.
Na alles ingepakt te hebben, rijden we nog een rondje door Laki. Er zijn nog een aantal dingen die we willen zien. zo willen we zeker even in 1 van de kraters kijken en lopen. Dit geeft een bijzonder gevoel, ook de kleuren van de lava maken deze wandeling tot een genot. De lava kleurt van rood naar paars en dan weer door naar zwart. En alle varianten die er tussen zitten. Af en toe is het wel even uitkijken, want de lava heeft soms rare scherpe kanten. Ook een kleine lava grot mag deze dag niet vergeten worden. In de grot is het nog aardig fris maar ook weer niet echt koud. Ook hier zijn de kleuren onvergetelijk mooi. Verder op de route ligt ook nog een krater met een meer er in. Zo blijft het steeds weer genieten van steeds weer andere omgevingen en dat zo dicht om mekaar.
Onder weg zien we nog een van de mooiere natuurverschijnsels op IJsland. Een redelijk eind bij ons vandaan woed over de zand en lava een zand storm. En wij in Nederland maar klagen over fijnstof. Hier blaast de wind stof wolken tientallen meters de lucht is en zo het lijk over kilometers. Van afstand is het een super mooi gezicht, maar blij dat we er niet in zitten. We hebben al genoeg stof in de auto liggen.
Voor de terug weg kiezen we een andere route, deze is mij door de Duitsers Rolf en Moni aangeraden en begint even ten westen van de blagil. De weg leid eerst naar nog een hut en veranderd vanaf daar in een echt karrenspoor, overal liggen gewoon nog grote stenen op de weg en zitten er diepe en rare gaten en sporen in de weg. Het blijft dan ook constant goed opletten en rustig aan doen. De weg slinger door en om de lava heen. Soms vragen we ons af of dit echt wel de weg is. Het blijft fantastisch en een mooie uitdaging om dit stuk te rijden. De weg veranderd constant , dan weer lava, dan weer zand of weer veel grote keien. Uit eindelijk word de weg een pad van afgeronde rivierkeien. En begint op dat moment mee te lopen met de hoogspanningsleidingen na talloze doorwaardingen, waarvan een wat grotere komen we uiteindelijk weer op de 206 uit. In de paar uur dat we deze route reden zijn we dan ook niemand tegen gekomen. Dat geeft af en toe ook wel een heel apart gevoel.
Terug op de rondweg 1 gaan we de richting van Vik op. Onderweg stoppen we nog bij Laufskalavorour. Dit is een heuvel met talloze steenmannetjes (en -vrouwtjes?) de heuvel diende als baken voor reizigers in het verder vlakke land. Waarom weet niemand maar iedereen die hier voor de eerste keer langskwam, werd verondersteld een steen op het heuveltje te leggen om zo gevrijwaard te blijven van pech onderweg.
Wij hebben daar samen ook maar even een klein steenmannetje of was het nou een vrouwtje gemaakt.
In Vik aangekomen doen we eerst nog even boodschappen bij de lokale supermarkt. Miek weet altijd weer de lekkerste snoepjes te vinden. Na dat er een snoepje geproefd is rijden we door naar Reynisdrangar. Dit zijn een aantal hoge rotspunten ca. 66 meter hoog. Hiervan wordt beweerd dat het de resten zijn van een driemaster, die door 2 trollen aan land werd getrokken. Ze werden echter verrast door de zonsopgang waardoor zij , en met hen het schip in steen veranderde.
Vanuit hier hadden we ook een mooi uitzicht op Dyrholaey, dit is een 120 meter hoog in zee uitstekende kaap, met aan de zeezijde een groot gat. Waar zelfs boten door heen kunnen varen. Dit is ook tevens het meest zuidelijkste puntje van IJsland.
Op het strand dat voor het grootste deel uit kiezels bestaat zijn we gelijk weer een paar kilo zwaarder geworden van de stenen. Er lagen dan ook zo veel verschillende en mooie. Gelukkig wordt er bij de boot niet gewogen.
Onze reis eindigt vandaag bij Skodar. Hoe dichter we bij skodar komen hoe meer het begint te regenen. Valt dat even tegen vandaag. Maar goed Miek wilde alles op IJsland meemaken , dus zie hier de regen. De camping ligt hier gelijk naast de waterval Skodarfoss. Deze waterval behoort met een hoogte van 60 meter tot een van de grootste op IJsland. Volgens een oude legende heeft kolonist Prasi een kist met goud onder de waterval verborgen. Er is al vaak naar gezocht maar zonder resultaat. Wij zijn dan ook niet gaan zoeken. W el lukt het ons mooi om tussen de buien door de tent op te zetten. Met enige voorzichtigheid, bakken we voor het eerst pannenkoeken in de tent. Buiten valt de regen met grote druppels naar beneden. Het is nu dan ook wel heel knus om zo te eten. Wat later op de avond is het droger en na de afwas wandelen we nog even naar de top van de waterval. Wat komt er hier toch weer een water langs. Met het geluid van vallend water gaan we dan ook slapen. Wat voor het slapen nog wel opvalt is dat nu we weer in het zuiden zijn, is dat de nachten toch wat meer nacht beginnen te worden. Het begint weer wat meer donker te worden. Echt donker nog niet maar al wel veel meer dan dat we in het noorden hadden.
Dinsdag 21 Juli
zondag 26 juli 2009Dinsdag 21 juli
Vandaag begint de dag op tijd,en behoorlijk koud, voor we weg gaan willen we eerst nog een lekker stuk wandelen tussen de lava en de gekleurde bergen van Landmannalaugar. Het is dan ook op en top genieten en iedere hoek die we om gaan geeft weer een nieuwe verrassing prijs. Ook de afwisseling is overweldigend, zo loop je op geel grind en dan in eens weer tussen de zwarte lava om even later langs stoomblazende bronnen te lopen. Met als extraatje de ontmoeting met een sneeuwhoen en haar vier jongen. Deze weten hier dus te over leven, je begint je haast af te vragen van wat.
Voor de wandeling hadden we alles al ingepakt om na terug komt ook gelijk weg te kunnen en via de F208 in zuidwaartse richting te kunnen gaan, het doel is om aan het eind van de dag in Laki aan te komen. Onderweg op de F208 nemen we eerst nog de afslag naar Eldgja. Dit is een immense vulkanische vuurkloof, deze is in 930 ontstaan en met zijn 40 kilometer de grootste ter wereld. In deze kloof ligt de waterval Ofaerufoss die in meerder stappen over de rand van de kloof valt. Pas als je in de kloof loopt begin je een idee te krijgen van hoe groot dit toch wel niet is. de water val is bijna schilderachtig om te zien. Na deze bijzondere indrukken zoeken we de auto weer op en gaan terug naar de F208 om deze verder te volgen. Na de nodige bochten, hellingen en rivieren komen we uiteindelijk op de rondweg 1 uit. Over de 1 rijden we eerst nog even naar Kirkjubaejarklaustur om te tanken en boodschappen te doen. Het is de bedoeling om bij de hut Blagil komende nacht te overnachten.
Ook eten we hier nog even de beroemde IJslandse hotdog. Dit is ook gewoon een broodje worst. Maar zo even tussen door wel even lekker. Na het even IJslands doen met de hotdog, pakken we onze reis weer op en gaat richting de 206. Dit is de weg die ons naar Laki zal leiden.
Een aantal weken geleden was ik ook al op Laki, toen was het weer veel minder mooi en had ik niet zulk gezellig gezelschap.
Als eerste komen we de waterval Fagrifoss tegen. Leuk om deze weer te zien en Marieke kannet als mijn van dit soort dingen super genieten, zeker geen straf om deze waterval dan ook weer te zien. De weg na Laki is op wat hobbels extra niet echt veranderd de laatste tijd. Maar de zon geeft er wel een heel ander beeld aan. Als we zijn aangekomen bij Laki beginnen we aan de klim naar de top. Nu is het mooi weer maar we weten niet wat het morgen doet, het zou toch zonde zijn als we morgen met regen naar de top gaan. Op de top aangekomen is het uitzicht schitterend. De rij met kraters , Laki is maar een van de 120 kraters die in 1783 zijn ontstaan bij een uitbarsting van de spleetvulkaan Lakagigar. Deze uitbarsting duurde van 8 juli 1783 tot 7 februari 1784, (negen maanden). Het was een van de meest catastrofale uitbarstingen die IJsland ooit gekent heeft. Ze werd vooraf gegaan door een serie van aardbevingen. Er ontstond een spleet van 24 km lengte, waaruit lava stroomde. De lavastroom bereikte uiteindelijk een lengte van 60 km. Een gebied van 565 vierkante kilometer werd bedolven onder de lava. Ongeveer op twee derde van de scheur ligt de Laki (818 meter hoog)
We kunnen in het noorden zelfs de gletsjers zien liggen. Wat een spectaculair uitzicht is dit, we genieten er beide dan ook super van. Wat een stilte en wat een ruimte. Na een poosje er van genoten te hebben en een stenenmannetje te hebben gebouwd, gaan we weer naar beneden. Beneden aan gekomen rest ons alleen nog de reis naar de kampeerplek bij Blagil. De route er heen is nog steeds net zo indrukwekkend als de vorige keer. zo rij je nog tussen de lava en dan in eens rij je op een vlakte van lava gruis en veel stof.
Blagil is een hut, waar in de zomermaanden groepen worden gehuisvest die vrijwillig werken in het nationaal park waar Laki in ligt. Dit soort groepen vindt je op ruim tien plaatsen op IJsland. Naast dat hier een hut staat is er ook de ruimte om te kamperen. Denk nou niet dat dit een vijf sterren camping is, het water komt via een slang ergens uit een beek. De toilet is een echt ouderwets toilet, met een hele grote poepdoos er onder. En meer is er niet. maar voor de plek tussen de lava en het uitzicht krijgt het zeker vijf sterren.
Het avond eten krijgt zeker weer een hele boel sterren al was de zalm van vanavond wat zouter dan de zalm van de vorige keer. maar zeker niet minder lekker.